ECLI:NL:OGEAA:2017:233

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 april 2017
Publicatiedatum
6 april 2017
Zaaknummer
nr. 990 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van het gezag over minderjarigen in het belang van de kinderen

In deze zaak heeft de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.U. Thielman, verzocht om wijziging van het gezag over zijn minderjarige kinderen, [naam minderjarige 1] en [naam minderjarige 2]. De moeder, die het ouderlijk gezag van rechtswege alleen uitoefent, is niet verschenen op de zitting. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 4 mei 2016, gevolgd door een verhoor van de minderjarige op 29 augustus 2016 en een mondelinge behandeling op 30 augustus 2016. De Voogdijraad heeft op 7 december 2016 een rapport uitgebracht, waaruit blijkt dat er al geruime tijd geen communicatie tussen de ouders is en dat de moeder haar gezag over de kinderen niet uitoefent. De vader heeft de afgelopen jaren de belangen van de kinderen behartigd en de Voogdijraad adviseert om het gezag te wijzigen in die zin dat de vader alleen met het gezag wordt belast.

Het gerecht heeft de feiten en het rapport van de Voogdijraad in overweging genomen en geconcludeerd dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen bij gezamenlijk gezag klem of verloren raken tussen de ouders. De moeder heeft geen stabiliteit in haar leven en er is geen huisbezoek gedaan bij haar woonsituatie. Het gerecht acht het in het belang van de minderjarigen wenselijk dat de vader voortaan alleen met het gezag over hen wordt belast. Daarnaast verleent het gerecht de vader toestemming om kosteloos te procederen. De beschikking is gegeven op 4 april 2017 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 4 april 2017
behorend bij EJ nr. 990 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek om voorlopige voorziening van:
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. H.U. Thielman,
tegen
[naam moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna te noemen: de moeder,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige 1],
[naam minderjarige 2], de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift ingediend op 4 mei 2016;
- het verhoor van de [minderjarige 1] op 29 augustus 2016;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van de zaak achter gesloten deuren op 30 augustus 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader bijgestaan door zijn gemachtigde en de Voogdijraad bij mevrouw A. Flanders. De moeder is ondanks daartoe deugdelijk te zijn opgeroepen, niet verschenen;
- het rapport van de Voogdijraad van 7 december 2016;
- de griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling van de zaak achter gesloten deuren op 21 februari 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd en de Voogdijraad bij mevrouw J.M. Pietersz-Dijkhoff en mevrouw G. Hoogvliets.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [geboortedatum] in Aruba geboren [naam minderjarige 1] en op [geboortedatum] in Aruba geboren [naam minderjarige 2] (hierna: de minderjarige). De vader heeft de minderjarigen erkend. De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarigen alleen uit.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van het gezag in die zin dat de vader alleen met het gezag over de minderjarige wordt belast. Voorts verzoekt de vader toestemming om kosteloos te mogen procederen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA). Artikel 1:253c lid 1 BW biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken de ouders met het gezamenlijk gezag dan wel hem alleen met het gezag over het kind te belasten.
4.2
Uitgangspunt bij de beoordeling van de vraag welke gezagsvoorziening in het belang van de minderjarige wenselijk is, is dat slechts in uitzonderingsgevallen kan worden aangenomen dat het belang van het kind vereist dat alleen een van de ouders met het gezag over hem blijft belast, zoals met name indien er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind bij gezamenlijk gezag van de ouders klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen (vgl. HR 18 maart 2005, LJN AS8525).
Voor het uitoefenen van het gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen en wel zodanig dat de kinderen niet klem of verloren raken tussen de ouders.
4.3
Ter zitting is gebleken dat de moeder niet aanwezig was om zich tegen het verzoek van de vader te verzetten.
4.4
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden vastgesteld dat er al geruime tijd geen communicatie tussen de ouders is en dat binnen afzienbare tijd ook geen verandering hierin te verwachten is. De Voogdijraad schrijft in zijn rapport d.d. 7 december 2016 dat de moeder al drie jaren haar gezag over de minderjarigen niet uitoefent. Het is de vader die de afgelopen jaren de belangen van de minderjarigen heeft behartigd en als gezagdrager heeft opgetreden. In het rapport van de Voogdijraad staat dat de situatie bij de moeder al slecht was voordat de minderjarigen bij de vader gingen wonen en dat de minderjarigen bij moeder emotioneel verwaarloosd werden. Verder staat in het rapport dat de moeder tevergeefs verschillende keren getracht heeft om met de vader te communiceren omtrent omgang met de minderjarigen. Omdat moeder geen gehoor vond bij vader, is de communicatie gestagneerd geraakt. Volgens het rapport van de Voogdijraad laat vaders wijze van omgaan met de emotionele behoeften van de minderjarigen soms te wensen over. De situatie bij vader thuis is echter stabiel en de minderjarigen voelen zich veilig bij vader. Het is de wens van de minderjarigen om bij de vader te blijven wonen. De moeder zal niet tegen de wens van de minderjarigen ingaan. De Voogdijraad adviseert om het gezag te wijzigen in die zin dat de vader voortaan alleen met het gezag wordt belast.
4.5
Gelet hierop acht het gerecht het niet reëel te veronderstellen dat partijen in gezamenlijk overleg beslissingen van enig belang over de minderjarigen kunnen gaan nemen. Het gerecht is dan ook van oordeel dat onder genoemde omstandigheden er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarigen bij gezamenlijk gezag klem of verloren zullen raken. Niet te verwachten is dat in deze omstandigheden binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Het gerecht acht het in het belang van de minderjarigen wenselijk dat de vader voortaan alleen met het gezag over hen wordt belast.
4.6
Uit het rapport van de Voogdijraad is geadviseerd om een omgangsregeling vast te stellen tussen de moeder en de minderjarigen, hoewel dit niet is verzocht door het gerecht.
Gebleken is dat de moeder geen stabiliteit heeft in haar leven. Voorts is vast komen te staan dat er geen huisbezoek is gedaan bij haar feitelijke woonsituatie. Het gerecht acht het niet in het belang van de minderjarigen om een omgangsregeling vast te stellen tussen hen en de moeder nu haar situatie onbekend is.
4.7
Gelet op het overgelegde bewijs van onvermogen zal de vader toestemming verleent worden om kosteloos te procederen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de vader toestemming om kosteloos te procederen;
bepaalt dat aan de vader [naam vader], voortaan alleen het gezag zal toekomen over de minderjarigen:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 4 april 2017 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.