ECLI:NL:OGEAA:2017:237

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 april 2017
Publicatiedatum
6 april 2017
Zaaknummer
nr. 57 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag en omgangsregeling in een familiezakenprocedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 april 2017 uitspraak gedaan in een familiezakenprocedure tussen een vader en een moeder met betrekking tot het gezag en de omgang van hun minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C. Helen Lejuez, heeft verzocht om gezamenlijk gezag over de minderjarige, die op [geboortedatum] in Aruba is geboren. De moeder, die het gezag tot dusver alleen uitoefende, heeft ingestemd met het verzoek van de vader. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 januari 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 februari 2017, waarbij beide ouders aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Voogdijraad, mevrouw A. Emanuel.

De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de voorwaarden voor gezamenlijk gezag, zoals vastgelegd in artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Het gerecht oordeelde dat er geen onaanvaardbaar risico voor het kind bestaat en dat de gezagsvoorziening in het belang van de minderjarige is. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, die elke dinsdag en donderdag zal plaatsvinden. Tevens is er een financiële bijdrage van de vader vastgesteld voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, vastgesteld op Afl. 405,- per maand, te betalen aan de moeder. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 4 april 2017
Behorend bij EJ nr. 57 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C. Helen Lejuez,
tegen
[naam moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
in persoon.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 11 januari 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 21 februari 2017, waaruit blijkt dat de moeder en de vader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde zijn verschenen en namens de Voogdijraad mevrouw A. Emanuel.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De minderjarige voornoemd is op [geboortedatum] in Aruba uit de moeder geboren.
Hij is op [datum] door de vader erkend.
De moeder oefent van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uit.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt tot wijziging van het gezag, in die zin dat de vader gezamenlijk met de moeder met het gezag over de minderjarige wordt belast en een omgangsregeling tussen hem en de minderjarige te bepalen.
3.2
De moeder verzoekt het gerecht om de vader te veroordelen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige op Afl. 405,- per maand.

4.DE BEOORDELING

Gezag

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW). Artikel 1:253c lid 1 BW biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken om hem in plaats van de moeder met het gezag over het kind te belasten. Uit de jurisprudentie (vgl. HR 27 mei 2005, NJ 2005, 485) volgt dat dit artikel in overeenstemming met artikel 6 lid 1 EVRM aldus moet worden uitgelegd, dat de vader niet alleen om toekenning van eenhoofdig, maar ook van gezamenlijk gezag over het kind kan verzoeken, en dat art. 1:253e BW aldus moet worden uitgelegd dat, indien het verzoek van de vader ingevolge art. 1:253c lid 1 BW tot toekenning van gezamenlijk gezag over het kind wordt ingewilligd, dit tot gevolg heeft dat, indien de moeder het gezag tot dusverre alleen uitoefende, zij dit voortaan gezamenlijk met de vader uitoefent.
Indien het verzoek ertoe strekt de ouders met het gezamenlijk gezag te belasten en de andere ouder met gezamenlijk gezag niet instemt, wordt het verzoek slechts afgewezen indien de rechter dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt (lid 2).
4.2
Voor het uitoefenen van het gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen en wel zodanig dat de kinderen niet klem of verloren raken tussen de ouders. De vraag die de rechter in dat kader onder meer dient te beantwoorden is of er een onaanvaardbaar risico voor het kind bestaat dat het klem of verloren zou raken tussen de ouders, indien zij het gezag gezamenlijk zouden uitoefenen.
4.3
De moeder stemt in met het verzoek van de vader. Het gerecht is, gehoord de Voogdijraad, van oordeel dat deze gezagsvoorziening in het belang is van de minderjarige.
Omgang
4.4
Ter zitting hebben partijen afspraken gemaakt met betrekking tot de uitoefening van het omgangsrecht van de vader. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.
Kinderalimentatie
4.5
Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat de vader met Afl. 405,- per maand zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.
4.6
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat de vader, [naam vader], voortaan gezamenlijk met de moeder, [naam moeder], het gezag over [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, zal uitoefenen,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- elke dinsdag, vanaf 8.30 uur tot woensdag 18.00 uur, en
- elke donderdag, vanaf 8.30 uur tot vrijdag 18.00 uur,
bepaalt de door de vader met ingang van 1 april 2017 maandelijks te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, op een bedrag van Afl. 405,- per maand, bij vooruitbetaling aan de moeder te voldoen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de kosten aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 4 april 2017 in aanwezigheid van de griffier.