ECLI:NL:OGEAA:2017:246
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over geldvordering tussen eiseres en gedaagde
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert eiseres, die in persoon procedeert, dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 7.500,--, vermeerderd met wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 16 november 2016, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 13 december 2016. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en gereageerd op elkaars argumenten.
Eiseres stelt dat gedaagde een geldlening van Afl. 7.500,-- niet heeft terugbetaald, terwijl gedaagde erkent een bedrag verschuldigd te zijn, maar stelt dat dit niet meer dan Afl. 4.000,-- bedraagt. Het Gerecht oordeelt dat gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij al een deel van de lening heeft afgelost. Hierdoor komt het Gerecht tot de conclusie dat gedaagde de volledige vordering van Afl. 7.500,-- verschuldigd is aan eiseres, inclusief de gevorderde wettelijke rente.
Wat betreft de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, oordeelt het Gerecht dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij dergelijke kosten heeft gemaakt, waardoor deze vordering wordt afgewezen. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op Afl. 50,--. Het vonnis is uitgesproken op 5 april 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.