ECLI:NL:OGEAA:2017:254
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van partneralimentatie afgewezen na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van partneralimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G. de Hoogd, verzocht de man om maandelijks Afl. 2.000,- te betalen als bijdrage in haar levensonderhoud, omdat zij onvoldoende inkomen uit arbeid geniet en behoeftig is. De man heeft echter verweer gevoerd en de behoeftigheid van de vrouw betwist.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 8 december 2016 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 februari 2017. Tijdens deze behandeling waren beide partijen aanwezig. De feiten van de zaak zijn dat partijen op 22 maart 2011 in gemeenschap van goederen met elkaar zijn getrouwd en dat de echtscheiding op 22 augustus 2016 is uitgesproken.
Het gerecht heeft het verzoek van de vrouw beoordeeld op basis van artikel 1:157 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat bepaalt dat een echtgenoot die niet voldoende inkomsten heeft, recht kan hebben op een uitkering tot levensonderhoud van de andere echtgenoot. Na beoordeling van de omstandigheden, waaronder de behoeftigheid van de vrouw en de draagkracht van de man, concludeerde het gerecht dat de vrouw niet in een situatie van behoeftigheid verkeert. De vrouw wordt geacht in staat te zijn om zelf in haar levensonderhoud te voorzien, gezien haar leeftijd en beroep.
Desondanks verleent het gerecht de vrouw wel de toelating om kosteloos te procederen, maar wijst het verzoek voor het overige af. Deze beschikking is gegeven door rechter P.A.H. Lemaire ter zitting op 11 april 2017.