ECLI:NL:OGEAA:2017:257

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
EJ nr. 44 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voogdij over minderjarige afgewezen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 11 april 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot voogdij over een minderjarige, aangeduid als [Y]. De verzoekster, de grootmoeder van de minderjarige, heeft op 10 januari 2017 een verzoekschrift ingediend, maar is niet verschenen op de zitting. De moeder van de minderjarige, [Z], is eveneens niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen.

De minderjarige [Y] is geboren op [datum] 2016 en staat onder het ouderlijk gezag van de moeder, die dit gezag alleen uitoefent. De verzoekster, als grootmoeder, heeft verzocht om benoeming tot voogd over de minderjarige. De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de moeder in staat is om het gezag uit te oefenen en dat er geen omstandigheden zijn die haar ongeschikt of onmachtig maken om dit gezag uit te oefenen.

De rechter heeft artikel 1:295 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba in overweging genomen, waarin staat dat de rechter een voogd kan benoemen over minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan. Aangezien de moeder het gezag over de minderjarige uitoefent en er geen bewijs is dat zij dit niet kan, heeft het gerecht besloten het verzoek van de grootmoeder af te wijzen. De beschikking is op 11 april 2017 gegeven door mr. P.A.H. Lemaire, rechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 11 april 2017
behorend bij EJ nr. 44 van 2017.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[X],
wonende in Aruba, te [adres],
VERZOEKSTER,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Y], de minderjarige, wonende in Aruba,
[Z], de moeder, wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 10 januari 2017,
  • de verzoekster en de moeder zijn niet verschenen, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Van de op [datum] 2016 in Aruba geboren [Y] (hierna: de minderjarige), staat alleen het moederschap vast, zodat de moeder van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uitoefent.
2.2
Verzoekster is de grootmoeder moederszijde.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het belasten van de grootmoeder m/z met over de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

4.1
Artikel 1:295 BW van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt dat de rechter in eerste aanleg een voogd benoemt over alle minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan, en in wier voogdij niet op wettige wijze is voorzien.
4.2
In deze staat vast dat de moeder het ouderlijk gezag over de minderjarige alleen uitoefent. Gesteld noch gebleken is dat de moeder in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen, dan wel daartoe ongeschikt of onmachtig is. Dat de moeder de verblijfstatus van de minderjarige niet kan regelen zonder dat de grootmoeder tot voogdes is benoemd, is onvoldoende om aan te nemen dat zij het gezag niet kan uitoefenen.
4.3
Gelet hierop is het gerecht van oordeel dat het verzoek niet voor inwilliging vatbaar is.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 11 april 2017 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter bij dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.