Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 10 januari 2017,
- de verzoekster en de moeder zijn niet verschenen, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 11 april 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot voogdij over een minderjarige, aangeduid als [Y]. De verzoekster, de grootmoeder van de minderjarige, heeft op 10 januari 2017 een verzoekschrift ingediend, maar is niet verschenen op de zitting. De moeder van de minderjarige, [Z], is eveneens niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen.
De minderjarige [Y] is geboren op [datum] 2016 en staat onder het ouderlijk gezag van de moeder, die dit gezag alleen uitoefent. De verzoekster, als grootmoeder, heeft verzocht om benoeming tot voogd over de minderjarige. De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de moeder in staat is om het gezag uit te oefenen en dat er geen omstandigheden zijn die haar ongeschikt of onmachtig maken om dit gezag uit te oefenen.
De rechter heeft artikel 1:295 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba in overweging genomen, waarin staat dat de rechter een voogd kan benoemen over minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan. Aangezien de moeder het gezag over de minderjarige uitoefent en er geen bewijs is dat zij dit niet kan, heeft het gerecht besloten het verzoek van de grootmoeder af te wijzen. De beschikking is op 11 april 2017 gegeven door mr. P.A.H. Lemaire, rechter bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in tegenwoordigheid van de griffier.