ECLI:NL:OGEAA:2017:265

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 april 2017
Publicatiedatum
19 april 2017
Zaaknummer
A.R. 1787 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschapsgoederen tussen ex-echtgenoten in civiele zaak

In de civiele zaak A.R. 1787 van 2014, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de ex-echtgenoten E* en G* een geschil over de verdeling van gemeenschapsgoederen en schulden. De procedure begon met een tussenvonnis op 28 september 2016, waarna beide partijen hun standpunten hebben toegelicht in nadere conclusies. E* stelde dat de eenmansonderneming een waarde had van Afl. 25.000, met daarbij schulden aan advocatenkantoor Kock en Safecom. E* claimde een overbedelingsuitkering van Afl. 15.925,71, vermeerderd met de helft van de belastingteruggave. G* betwistte de waarde van de onderneming en de overige goederen.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de onderneming en de scooter aan G* moeten worden toegewezen, met de verplichting om de vorderingen van de advocaten te voldoen. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een hogere waarde van de onderneming en de scooter. Wat betreft de belastingteruggave of belastingschuld was er nog geen volledige duidelijkheid, waardoor het saldo aan beide partijen voor de helft werd toegewezen.

Omdat de partijen ex-echtelieden zijn, werden de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis werd uitgesproken op 12 april 2017 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 12 april 2017
Behorend bij A.R. 1787 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam eiseres],
te Aruba,
hierna ook te noemen: E*,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: G*,
gemachtigde: de advocaat mr. E.C.P.M. Kok.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 september 2016;
- de nadere conclusie van G*;
- de nadere conclusie van E*.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.VERDERE BEOORDELING

2.1
Partijen hebben zich uitgelaten over de gemeenschapsgoederen en schulden die nog niet in de verdeling betrokken waren.
2.2
Volgens E* is de eenmansonderneming [naam onderneming] Afl. 25.000, waard. De schuld aan advocatenkantoor Kock bedraagt Afl. 1.643,15. De schuld aan Safecom Afl. 2.658,24. De scooter heeft een waarde van Afl. 2.550,. E* maakt op grond hiervan aanspraak op een overbedelingsuitkering van Afl. 15.925,71. Te vermeerderen met de helft van de belastingteruggave.
2.3
G* stelt daartegen dat de onderneming niks waard is en dat ook voor de overige goederen.
2.4
Het gerecht is van oordeel dat de onderneming en de scooter aan G* dienen te worden toegewezen onder de verplichting om als zijn schuld te voldoen de vorderingen van advocatenkantoor Kock en Safecom. Dat de onderneming en de scooter een hogere waarde vertegenwoordigen is niet gebleken.
2.5
Omtrent de belastingteruggave of de belastingschuld is nog geen volledige duidelijkheid zodat zal worden geoordeeld dat het saldo aan ieder van partijen voor de helft toekomt.
2.6
Omdat partijen ex-echtelieden zijn zullen de proceskosten gecompenseerd worden.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
in conventie en in reconventie
bepaalt dat, als G* weigert te voldoen aan uitvoering van dit vonnis en de beschikking van 15 april 2013 (EJ nr. 698 van 2013), dit vonnis op voet van artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van G*;
deelt de onderneming en de scooter aan G* toe onder de verplichting om als zijn schuld te voldoen de vorderingen van advocatenkantoor Kock en Safecom;
deelt aan ieder van partijen de helft van het saldo van de belastingteruggave of de belastingschuld toe;
compenseert de proceskosten aldus dus iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 april 2017 in aanwezigheid van de griffier.