In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. de Hoogd, en de naamloze vennootschap Caribbean Speed Printers N.V. (CSP), vertegenwoordigd door mr. D. G. Kock, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 18 april 2017 uitspraak gedaan. De procedure betreft een vordering van verzoeker tot vaststelling van een arbeidsovereenkomst. De verdere procedure omvatte getuigenverhoren en diverse processtukken, waaronder een tussenschikking en akten van beide partijen. Verzoeker stelde dat er een arbeidsovereenkomst bestond, maar CSP heeft dit bewijsvermoeden weerlegd door getuigen te horen die bevestigden dat er geen gezagsverhouding was en dat verzoeker niet onder instructies van CSP werkte. De rechter concludeerde dat de getuigenverklaringen consistent waren en dat niet voldaan was aan de vereisten voor een arbeidsovereenkomst zoals gedefinieerd in het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor werd de vordering van verzoeker afgewezen. Tevens werd verzoeker veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van CSP zijn begroot op Afl. 7.500,00 voor het salaris van de gemachtigde. De beschikking werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.