ECLI:NL:OGEAA:2017:286

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 april 2017
Publicatiedatum
24 april 2017
Zaaknummer
BB 1571 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civielrechtelijke procedure over huurachterstand en betalingsverplichtingen

In deze civiele procedure, aangespannen door de eiseres, die procedeert namens de erven van de nalatenschap van een overleden huurder, tegen de gedaagde, staat de huurachterstand centraal. De huurovereenkomst tussen de gedaagde en de overleden huurder dateert van 1 oktober 2009, met een maandelijkse huurprijs van Afl. 1.000,00. De Huurcommissie heeft op 27 augustus 2015 bepaald dat de gedaagde de huurachterstand uiterlijk op 31 december 2015 moet inlopen. Bij een deurwaardersexploot van 26 februari 2016 is de gedaagde gesommeerd om een bedrag van Afl. 10.467,00 te voldoen. De gedaagde heeft het gehuurde ontruimd en de sleutels op 5 januari 2016 overgedragen aan de eiseres.

De eiseres vordert in deze procedure betaling van Afl. 10.000,00, vermeerderd met incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde voert verweer, maar het gerecht oordeelt dat de eiseres haar vordering voldoende heeft onderbouwd. De rechter stelt vast dat de gedaagde een huurachterstand heeft erkend van Afl. 7.200,00 en dat hij niet heeft aangetoond dat hij aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. De rechter wijst de gevorderde boete af, omdat de schuldeiser geen aanspraak kan maken op zowel de huurpenningen als de boete.

Uiteindelijk wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van Afl. 8.766,00 aan achterstallige huur, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kosten van de procedure worden ook aan de gedaagde opgelegd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Y.M. Vanwersch op 19 april 2017.

Uitspraak

Vonnis van 19 april 2017
Behorend bij BB 1571 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres
krachtens schriftelijke volmacht van de erven van de nalatenschap van (naam),
wonende te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: (eiseres),
procederend in persoon,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: (gedaagde),
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen (gedaagde) en wijlen (naam) bestond sinds 1 oktober 2009 een huurovereenkomst met betrekking tot het perceel (adres) te San Nicolaas. De huurprijs bedraagt Afl. 1.000,00 exclusief per maand. (eiseres) had tevens een koopoptie verkregen op het pand.
2.2
Bij beslissing van de Huurcommissie d.d. 27 augustus 2015 is besloten dat (gedaagde) de huurachterstand uiterlijk 31 december 2015 dient te hebben ingelopen en de maandelijkse termijnen regelmatig dient te voldoen, bij gebreke waarvan de verhuurder mag opzeggen bij aangetekend schrijven en met in achtneming van een opzegtermijn van een maand. Ook indien (gedaagde) zich houdt aan zijn betalingsverplichting, mag (eiseres) de huur wegens verstoorde relatie opzeggen uiterlijk op 1 mei 2016.
2.3
Bij deurwaardersexploot d.d. 26 februari 2016 is (gedaagde) gesommeerd om een hoofdsom ad Afl. 10.467,00 vermeerderd met 10% incassokosten en overige kosten te voldoen.
2.4 (
gedaagde) heeft het gehuurde ontruimd en de door hem gedane investeringen weggehaald. Op 5 januari 2016 ontving (eiseres) de sleutels van het gehuurde.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 (
eiseres) vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van (gedaagde) tot betaling van Afl. 10.000,00, te vermeerderen met 15% incassokosten en de wettelijke rente vanaf 6 maart 2016, met veroordeling van (gedaagde) tot vergoeding van het griffierecht.
3.3 (
gedaagde) voert verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
De crux van het geschil is de vraag of (gedaagde) nog huurpenningen verschuldigd is uit hoofde van de huurovereenkomst met betrekking tot het pand gelegen aan de (adres) te San Nicolaas.
4.2
Anders dan (gedaagde) is het gerecht van oordeel dat (eiseres) de vordering voldoende heeft onderbouwd. (eiseres) heeft immers een overzicht overgelegd waaruit volgt dat (eiseres) de eerste 8 maanden over 2015, de maand december 2015 en 5/30 van de huur over januari 2016 ad Afl. 166,00 niet heeft voldaan. Voorts heeft (eiseres) uitgelegd dat de huur tot en met februari Afl. 800,00 per maand was en daarna Afl. 1.000,00, aangezien (eiseres) tot dat moment zijn investering ad Afl. fl. 12.850,00 middels maandelijkse inhouding van het overeengekomen bedrag ad Afl. 200,00, had verrekend. (gedaagde) heeft dit alles niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken. Het lag op de weg van (gedaagde) om betalingsbewijzen over te leggen, indien hij van mening zou zijn dat hij alles uit hoofde van de huurovereenkomst had voldaan. Daar komt bij dat (gedaagde) bij de huurcommissie een huurachterstand heeft erkend van Afl. 7.200,00 en gesteld noch gebleken is dat hij deze heeft ingelopen.
4.3
De gevorderde boete wordt evenwel afgewezen. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:92 BWA kan een schuldeiser geen aanspraak maken op nakoming van de hoofdverbintenis (betaling van de huurpenningen) en de bedongen boete. Dit heeft tot gevolg dat dit deel van de vordering afgewezen wordt.
4.4 (
gedaagde) is derhalve verschuldigd 2x Afl. 800,00 + 7 x Afl. 1.000,00 over 2015 =
Afl. 8.600,00, te vermeerderen met januari 2016 ad Afl. 166,00. Totaal is (gedaagde) derhalve Afl. 8.766,00 verschuldigd aan achterstallige huur.
4.5
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden gematigd tot 1,5 punt van liquidatietarief 3, zijnde Afl. 500,00 per punt.
4.6 (
gedaagde) wordt nu hij grotendeels in het ongelijk is gesteld, in de kosten van de procedure veroordeeld, zijnde Afl. 50,00 vast recht.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt (gedaagde) tot betaling aan (eiseres) van een bedrag van Afl. 8.766,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2016 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
5.2
veroordeelt (gedaagde) tot betaling van een bedrag ad Afl. 750,00 zijnde de buitengerechtelijke incassokosten;
5.3
veroordeelt (gedaagde) in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van (eiseres) worden begroot op Afl. 50,00 aan griffierecht;
5.4
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 april 2017 in aanwezigheid van de griffier.