ECLI:NL:OGEAA:2017:289

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 april 2017
Publicatiedatum
24 april 2017
Zaaknummer
K.G. no. 450 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning in kort geding met vordering tot betaling van achterstallige huur en kosten

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde met als doel ontruiming van een woning en betaling van achterstallige huur. De procedure begon met een verzoekschrift en een mondelinge behandeling op 23 maart 2017, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiseres vorderde dat gedaagde de woning onmiddellijk zou ontruimen en een dwangsom zou verbeuren bij niet-nakoming. Daarnaast vorderde eiseres betaling van Afl. 6.308,50 aan achterstallige huur en bijkomende kosten, vermeerderd met wettelijke rente.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiseres op 14 februari 2017 de huurovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd, maar dat gedaagde de woning niet heeft ontruimd. Dit leidde tot de conclusie dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de ontruimingsvordering van eiseres toewijsbaar is, gezien het spoedeisend belang en de verwachting dat in een bodemprocedure een gelijk oordeel zal volgen. De dwangsommen zijn gematigd en gemaximeerd, en het Gerecht heeft geen aanleiding gezien om gedaagde meer tijd te geven voor ontruiming dan de in het dictum vermelde termijn.

De beslissing van het Gerecht omvatte de bevelen tot ontruiming, de verbeurte van dwangsommen, de toewijzing van de vordering tot betaling van achterstallige huur en kosten, en de veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 19 april 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 19 april 2017
Behorend bij K.G. no. 450 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
Eiseres,
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: (eiseres),
procederend in persoon,
tegen:
Gedaagde,
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: (gedaagde),
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 23 maart 2017.
1.2
Partijen zijn beiden ter zitting verschenen. Zij hebben in twee termijnen het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 (
eiseres) vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. (gedaagde) beveelt de in Aruba te (adres) gelegen woning onmiddellijk na de betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van harentwege bevindende personen en goederen, en die woning onder afgifte van de sleutels daarvan in behoorlijke staat ter vrije beschikking te stellen van (eiseres), en bepaalt dat (gedaagde) ten behoeve van (eiseres) een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor elke dag of deel daarvan dat zij dat ontruimingsbevel niet nakomt, met machtiging aan (eiseres) om bij gebreke van ontruiming de woning zelf (te doen) ontruimen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
b. (gedaagde) veroordeelt om bij wijze van voorschot aan (eiseres) te betalen
Afl. 6.308,50 aan achterstallige huur plus onbetaald gelaten kosten van stroom- en waterverbruik, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 1 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met Afl. 950,-- aan huur plus kosten van stroom- en waterverbruik voor elke na januari 2017 gelegen maand dat (gedaagde) het gehuurde niet heeft ontruimd;
c. (gedaagde) veroordeelt in de proceskosten.
2.2 (
gedaagde) voert verweer.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van (eiseres) bij de door haar verzochte ontruiming ligt besloten in de aard van dat verzoek, terwijl (gedaagde) dat belang van (eiseres) bij het door haar gevorderde voorschot op betaling van achterstallige huur plus kosten niet heeft bestreden.
3.2
Vast staat dat bij inmiddels onherroepelijk geworden beslissing van de Huurcommissie van 7 november 2016 (DHC/HOP/205/16) (eiseres) toestemming heeft verkregen om de tussen haar en (gedaagde) gesloten huurovereenkomst op te zeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand. Vast staat verder dat (eiseres) krachtens die beslissing aan (gedaagde) de huur rechtsgeldig heeft opgezegd per 14 februari 2017, en dat (gedaagde) in weerwil van die opzegging de door haar van (eiseres) gehuurde woning (hierna: de woning) niet heeft ontruimd.
3.3
Vorenstaande brengt met zich dat (gedaagde) zonder recht of titel in de woning verblijft. De ontruimingsvordering van (eiseres) zal daarom worden toegewezen als na te melden, nu in een bodemprocedure een gelijk oordeel te verwachten valt. Omdat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein van de desnoods door (eiseres) in te schakelen deurwaarder betreft (die op zijn beurt desnoods de hulp van justitie en politie kan inroepen), zal aan haar geen machtiging worden verleend om die ontruiming zelf te (doen) bewerkstelligen. Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd worden opgelegd aan (gedaagde). Bij dit alles wordt nog overwogen dat het Gerecht geen grond ziet voor een langere ontruimingstermijn dan de hierna in het dictum vermelde termijn.
3.4 (
eiseres) stelt dat (gedaagde) gerekend vanaf april 2016 Afl. 6.308,50 achterstallig is met betaling van huur plus kosten van stroom- en waterverbruik. Die stelling heeft (gedaagde) onvoldoende onderbouwd bestreden. Het had te dezen op de weg van (gedaagde) gelegen om van iedere door haar gestelde betaling betalingsbewijs (een kwitantie) te overleggen. De stelling van (gedaagde), dat (eiseres) haar regelmatig geen kwitanties gaf, heeft (eiseres) gemotiveerd bestreden. Die stelling komt daarom niet vast te staan, en het Gerecht ziet geen aanleiding om die stelling voorshands aannemelijk te oordelen. Dit één en ander brengt met zich dat de vordering van (eiseres) onder b. zal worden toegewezen als na te melden, en dat omdat bij de hiervoor geschetste stand van zaken ook te dezen in een bodemprocedure een gelijk oordeel valt te verwachten. De wettelijke rente zal, als zijnde niet bestreden, worden toegewezen als na te melden.
3.5
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van (gedaagde) bij afwijzing van het door (eiseres) verzochte ten opzichte van de belangen van (eiseres) bij toewijzing daarvan.
3.6 (
gedaagde) zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten gevallen aan de zijde van (eiseres), tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 227,42 + 227,42 =) Afl. 904,84 aan griffierechten en oproepkosten.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt (gedaagde) de in Aruba te (adres) gelegen woning uiterlijk binnen dertig dagen na de betekening van dit vonnis aan (gedaagde) te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin van harentwege bevindende personen en goederen, en die woning onder afgifte van de sleutels daarvan in behoorlijke staat ter vrije beschikking te stellen van (eiseres);
-bepaalt dat (gedaagde) ten behoeve van (eiseres) een dwangsom verbeurt van Afl. 100,-- voor elke dag of deel daarvan dat zij voormeld ontruimingsbevel niet nakomt, en bepaalt voorts dat (gedaagde) te dezen niet meer dan Afl. 50.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt (gedaagde) om bij wijze van voorschot aan (eiseres) te betalen Afl. 6.308,50 aan achterstallige huur plus onbetaald gelaten kosten van stroom- en waterverbruik, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 1 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met Afl. 950,-- aan huur plus kosten van stroom- en waterverbruik voor elke na januari 2017 gelegen maand dat (gedaagde) de woning niet heeft ontruimd;
-veroordeelt (gedaagde) in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van (eiseres), tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 904,84 aan griffierechten en oproepkosten;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 19 april 2017.