ECLI:NL:OGEAA:2017:290

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 april 2017
Publicatiedatum
24 april 2017
Zaaknummer
K.G. no. 457 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing bestuurslid van een vereniging en de bevoegdheid van het bestuur

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser [X] een kort geding aangespannen tegen de Coöperatieve Vereniging Caribbean Palm Village Resorts. De zaak betreft de schorsing van [X] als bestuurslid van de Vereniging, die door het Bestuur was opgelegd. Eiser vorderde dat het Gerecht de schorsingsmaatregel zou verbieden en dat hij weer in staat zou worden gesteld zijn bestuurswerkzaamheden uit te voeren. De Vereniging voerde verweer en stelde dat de schorsing rechtmatig was. Tijdens de zitting op 23 maart 2017 zijn beide partijen verschenen en hebben zij hun standpunten toegelicht.

Het Gerecht oordeelde dat uit de Statuten van de Vereniging niet blijkt dat het Bestuur bevoegd is om een bestuurslid te schorsen. Dit oordeel leidde tot de conclusie dat de vorderingen van [X] in conventie, die gericht waren op het opheffen van de schorsing, toewijsbaar waren. Het Gerecht overwoog dat het belang van de Vereniging bij schorsing van [X] niet zwaarder woog dan het belang van [X] om niet geschorst te worden, vooral gezien de procedurele onduidelijkheden.

Het vonnis bevatte verschillende bepalingen, waaronder het opleggen van dwangsommen aan de Vereniging voor het niet naleven van de opgelegde bevelen. Het Gerecht heeft de kosten van de procedure verdeeld tussen partijen, afhankelijk van de uitkomst van de vorderingen. Het vonnis werd uitgesproken op 19 april 2017 door mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Vonnis van 19 april 2017
Behorend bij K.G. no. 457 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
[X],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
voor deze zaak gedomicilieerd in Aruba ten kantore van zijn hierna genoemde in Aruba gevestigde advocaat,
eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: de advocaat mr. J.M. de Cuba,
tegen:
DE COÖPERATIEVE VERENIGING CARIBBEAN PALM VILLAGE RESORTS,
gevestigd in Aruba,
gedaagde in conventie, eiseres in voorwaardelijke reconventie,
hierna ook te noemen: de Vereniging,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 23 maart 2017.
1.2 [
X] is ter zitting verschenen bij zijn gemachtigde. De Vereniging is eveneens ter zitting verschenen bij haar gemachtigde, die werd vergezeld door dhr. [Y] en dhr. [Z] (beiden bestuursleden, te weten voorzitter respectievelijk secretaris, van de Vereniging). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van overgelegde pleitnota’s voorzien van toegelaten producties - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

2.1 [
X] vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. de Vereniging verbiedt om de bij brief van 17 februari 2017 door de gemachtigde van de Vereniging aan [X] opgelegde schorsingsmaatregel op enigerlei wijze ten uitvoer te brengen, en bepaalt dat de Vereniging ten behoeve van [X] een dwangsom verbeurt van US$ 10.000,-- per dag dat de Vereniging dat verbod niet naleeft;
b. de Vereniging beveelt om binnen 24 uren na de betekening aan de Vereniging van dit vonnis de sinds 17 februari 2017 aan alle overige bestuursleden van de Vereniging toegezonden en nog toe te zenden bescheiden, stukken, en documenten ook toe te zenden aan [X] en [X] onbelemmerd toe te laten en in staat te stellen om zijn bestuurlijke werkzaamheden voor de Vereniging uit te voeren, tot dat door de Algemene Ledenvergadering van de Vereniging (hierna: de ALV) anders zal zijn beslist;
c. bepaalt dat de Vereniging ten behoeve van [X] een dwangsom verbeurt van US$ 5.000,-- voor iedere overtreding van voormeld bevelen;
d. de Vereniging veroordeelt in de proceskosten.
2.2
De Vereniging voert verweer, en concludeert tot afwijzing van het door [X] verzochte.
in voorwaardelijke reconventie
2.3
Indien en voor het geval de conventionele vorderingen van [X] worden toegewezen vordert de Vereniging dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
e. [X] verbiedt zich te gedragen als ware hij bestuurslid van de Vereniging;
f. [X] verbiedt om het timesharing resort van de Vereniging (geheten Caribbean Palm Village Resort) te betreden voor een periode van maximaal 10 dagen of zoveel eerder als het bestuur van de Vereniging een besluit heeft genomen met betrekking tot het al dan niet royeren van [X] als bestuurslid van de Vereniging;
g. bepaalt dat [X] ten behoeve van de Vereniging een dwangsom verbeurt van
Afl. 1.000,-- voor iedere keer dat [X] de onder e. en f. bedoelde verboden niet naleeft;
h. [X] verbiedt zich te gedragen als ware hij bestuurslid van de Vereniging en [X] verbiedt om voormeld timesharing resort van de Vereniging te betreden indien en voor zover het bestuur van de Vereniging binnen de hiervoor vermelde termijn van 10 dagen beslist dat [X] zal worden geroyeerd als bestuurslid van de Vereniging tot dat de in artikel 9 van de Statuten van de Vereniging omschreven procedure zal zijn afgerond;
i. bepaalt dat [X] ten behoeve van de Vereniging een dwangsom verbeurt van
Afl. 1.000.000,-- voor iedere keer dat [X] de onder g. bedoelde verboden niet naleeft;
j. te dezen enige andere juist voorkomende maatregel of beslissing neemt;
k. [X] veroordeelt in de proceskosten.
2.4 [
X] voert verweer, dat strekt tot afwijzing van het door de Vereniging verzochte.
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

in conventie en in voorwaardelijke reconventie

3.1
De aard en strekking van de conventionele en reconventionele vorderingen brengen met zich dat die gezamenlijk besproken kunnen worden.
3.2
Het spoedeisend belang van [X] bij zijn conventionele vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen. Het conventionele verweer van de Vereniging op dit onderdeel wordt verworpen. Indien de voor het instellen van de reconventionele vorderingen gestelde voorwaarde in vervulling gaat, volgt het spoedeisend belang van de Vereniging bij haar reconventionele vorderingen eveneens uit de aard van die vorderingen.
3.3
Het Gerecht is voorshands van oordeel dat uit de (grammaticaal uit te leggen of te interpreteren en bij partijen genoegzaam bekende) Statuten van de Vereniging (hierna: de Statuten) niet volgt dat het Bestuur van de Vereniging (hierna: het Bestuur) bevoegd is om een bestuurslid van de Vereniging te schorsen, ook niet als die door het Bestuur is geschorst als lid van de Vereniging. In het licht van dat oordeel valt in een bodemprocedure te verwachten dat de vordering van [X] onder a. en (als gevolg daarvan) ook de vordering onder b. zullen worden toegewezen. Dat brengt mee dat de thans in die zin door [X] verzochte voorzieningen in beginsel zullen worden toegewezen, waarover hierna onder 3.7 en 3.8 meer. Daarmee is de aan de reconventionele vorderingen verbonden voorwaarde vervuld, en hebben die vorderingen als zijnde ingesteld te gelden.
3.4
In reconventie wordt voorop gesteld dat, anders dan het Bestuur, de voorzieningenrechter bevoegd is om tot schorsing van een lid van het Bestuur over te gaan indien daartoe aanleiding bestaat. In dit licht wordt het volgende overwogen.
3.5
Daargelaten het antwoord op de vraag wie precies te dien aanzien het gelijk aan zijn zijde heeft staat vast tussen partijen dat er tussen [X] en de overige leden van het Bestuur een hoog opgelopen conflict is ontstaan. Indien het Bestuur met betrekking tot [X] de in artikel 9 van de Statuten omschreven procedure in gang heeft gezet (binnen welke procedure de ALV het laatste woord heeft indien [X] beroep instelt tegen de mogelijke beslissing van het Bestuur om hem als lid te royeren), brengt afweging van de belangen van partijen naar het oordeel van het Gerecht mee dat het belang van de Vereniging bij schorsing van [X] als bestuurslid gedurende voormelde procedure zwaarder weegt ten opzichte van het belang van [X] om niet te worden geschorst. De vordering onder j. zal daarom worden toegewezen als na te melden. Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd worden opgelegd aan [X], omdat ook die dwangsommen voldoende prikkel doen uitgaan naar [X] tot naleving van het reconventionele vonnis.
3.6
In het licht van de reconventionele vordering onder j wordt voorts nog het volgende overwogen. Deze procedure wordt gevoerd tussen partijen in de aanloop van een nieuw te verkiezen Bestuur van de Vereniging. Voor die verkiezing heeft [X] zich kandidaat gesteld. De aard, strekking en geest van deze procedure brengt mee dat het Gerecht het de Vereniging zal verbieden om de verkiezing van een nieuw bestuur door de ALV te laten plaatsvinden indien het (huidige) Bestuur met betrekking tot [X] de in artikel 9 van de Statuten omschreven procedure in gang heeft gezet en zolang die niet geheel is afgerond (waaronder begrepen - de door de ALV te nemen beslissing op - een mogelijk door [X] in te stellen beroep zo hij door het Bestuur als lid van de Vereniging wordt geroyeerd).
3.7
Indien het Bestuur met betrekking tot [X] de in artikel 9 van de Statuten omschreven procedure niet aanhangig heeft gemaakt ziet het Gerecht geen grond voor toewijzing van de door de Vereniging verzochte voorzieningen. In dat geval heeft te gelden dat de voor de inwerkingtreding van het reconventionele deel (onder 4.1 tot en met 4.8) van het dictum van dit vonnis te stellen (vetgedrukte) voorwaarde niet in vervulling is gegaan. Eerst in dat geval heeft [X] belang bij toewijzing van zijn conventionele vorderingen. Dit één en ander brengt mee dat de conventionele vorderingen van [X] zullen worden toegewezen onder de voorwaarde dat de (vetgedrukte) voorwaarde voor de inwerkingtreding van het reconventionele deel (onder 4.1 tot en met 4.8) van het dictum van dit vonnis niet is vervuld. Indien die voorwaarde wel is vervuld, moeten de vorderingen van [X] worden afgewezen.
3.8
Belangenafweging binnen de conventionele procedure maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht (in het geval van het onvervuld blijven van de (vetgedrukte) voorwaarde voor de inwerkingtreding van het reconventionele deel (onder 4.1 tot en met 4.8) van het dictum van dit vonnis) geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van de Vereniging bij afwijzing van de vorderingen van [X] ten opzichte van de belangen van [X] bij toewijzing daarvan.
3.9
Dwangsommen zullen gematigd en gemaximeerd worden opgelegd aan de Vereniging, omdat ook die dwangsommen voldoende prikkel doen uitgaan naar de Vereniging tot naleving van het conventionele vonnis.
3.1
Indien de (eveneens vetgedrukte) voorwaarde voor de inwerkingtreding van het conventionele deel (onder 4.11 tot en met 4.17) van dit vonnis is vervuld, zal de Vereniging - als zijnde de in het ongelijk gestelde partij - worden veroordeeld in de kosten van de conventionele procedure gevallen aan de zijde van [X], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 222,53 =) Afl. 672,53 aan verschotten en
Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Indien die voorwaarde niet is vervuld, ziet het Gerecht aanleiding om de kosten van de conventionele procedure te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
3.11
Indien de (vetgedrukte) voorwaarde voor de inwerkingtreding van het reconventionele deel (onder 4.1 tot en met 4.8) van dit vonnis is vervuld, zal [X] - als zijnde de in het ongelijk gestelde partij - worden veroordeeld in de kosten van de reconventionele procedure gevallen aan de zijde van de Vereniging, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Indien die voorwaarde niet is vervuld, zal de Vereniging - als zijnde de in het ongelijk gestelde partij - worden veroordeeld in de reconventionele proceskosten gevallen aan de zijde van [X], tot aan deze uitspraak eveneens begroot op Afl. 1.500,--.
3.12
Ten overvloede wordt nog overwogen dat [X] de stelling van de Vereniging, dat [X] niet langer een Gerespecteerd Lid is in de zin van artikel 6 sub e van de Statuten, gemotiveerd heeft bestreden. Die stelling staat daarom niet vast, terwijl het Gerecht geen grond ziet om die stelling voorshands aannemelijk te oordelen.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
in reconventie
INDIEN HET BESTUUR MET BETREKKING TOT [X] DE IN ARTIKEL 9 VAN DE STATUTEN OMSCHREVEN PROCEDURE IN GANG HEEFT GEZET EN GEDURENDE DE TIJD DAT DIE PROCEDURE AANHANGIG IS:
4.1
schorst [X] als bestuurslid van de Vereniging;
4.2
verbiedt [X] om zich gedurende die schorsing te gedragen als ware hij bestuurslid van de Vereniging;
4.3
verbiedt [X] om het timesharing resort van de Vereniging (geheten Caribbean Palm Village Resort) gedurende die schorsing te betreden zonder daartoe verkregen toestemming van het Bestuur;
4.4
bepaalt dat [X] ten behoeve van de Vereniging een dwangsom verbeurt van Afl. 5.000,-- voor elke overtreding van de hiervoor onder 4.2 en 4.3 vermelde verboden, met dien verstande dat [X] te dezen niet meer dan Afl. 1.000.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
4.5
veroordeelt [X] in de kosten van de reconventionele procedure gevallen aan de zijde van de Vereniging, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
4.6
verbiedt de Vereniging om de verkiezing van een nieuw bestuur door de ALV te laten plaatsvinden indien het Bestuur met betrekking tot [X] de in artikel 9 van de Statuten omschreven procedure in gang heeft gezet en zolang die procedure niet geheel is afgerond, waaronder begrepen (de door de ALV te nemen beslissing op) een mogelijk door [X] in te stellen beroep zo hij door het Bestuur op de voet van dat artikel 9 als lid van de Vereniging wordt geroyeerd;
4.7
verklaart het reconventionele deel van dit vonnis tot zover, met uitzondering van de onder 4.1 aan [X] opgelegde schorsing, uitvoerbaar bij voorraad;
4.8
wijst af het meer of anders door de Vereniging verzochte;
INDIEN HET BESTUUR MET BETREKKING TOT [X] DE IN ARTIKEL 9 VAN DE STATUTEN OMSCHREVEN PROCEDURENIETIN GANG HEEFT GEZET:
4.9
wijst af het door de Vereniging verzochte;
4.1
veroordeelt de Vereniging in de kosten van de reconventionele procedure gevallen aan de zijde van [X], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
in conventie
INDIEN HET BESTUUR MET BETREKKING TOT [X] DE IN ARTIKEL 9 VAN DE STATUTEN OMSCHREVEN PROCEDURENIETIN GANG HEEFT GEZET:
4.11
verbiedt de Vereniging om de bij brief van 17 februari 2017 door de gemachtigde van de Vereniging aan [X] opgelegde schorsingsmaatregel op enigerlei wijze ten uitvoer te brengen;
4.12
bepaalt dat de Vereniging ten behoeve van [X] een dwangsom verbeurt van US$ 5.000,-- per dag dat de Vereniging het hiervoor onder 4.11 gegeven verbod niet naleeft, met dien verstande dat de Vereniging te dezen niet meer dan
US$ 1.000.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
4.13
beveelt de Vereniging om binnen 24 uren na de betekening aan de Vereniging van dit vonnis de sinds 17 februari 2017 aan alle overige bestuursleden van de Vereniging toegezonden en nog toe te zenden bescheiden, stukken, en documenten ook toe te zenden aan [X] en beveelt de Vereniging voorts om [X] onbelemmerd toe te laten en in staat te stellen om zijn bestuurlijke werkzaamheden voor de Vereniging uit te voeren tot dat door de ALV anders zal zijn beslist;
4.14
bepaalt dat de Vereniging ten behoeve van [X] een dwangsom verbeurt van US$ 5.000,-- voor iedere overtreding van die hiervoor onder 4.13 aan de Vereniging gegeven bevelen, met dien verstande dat de Vereniging te dezen niet meer dan
US$ 1.000.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
4.15
veroordeelt de Vereniging in de kosten van de conventionele procedure gevallen aan de zijde van [X], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 672,53 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
4.16
verklaart het conventionele deel van dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.17
wijst af het meer of anders door [X] verzochte;
INDIEN HET BESTUUR MET BETREKKING TOT [X] DE IN ARTIKEL 9 VAN DE STATUTEN OMSCHREVEN PROCEDURE IN GANG HEEFT GEZET EN IN ZIJN GEHEEL DOORLOOPT:
4.18
wijst af het door [X] verzochte;
4.19
compenseert de conventionele proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 19 april 2017.