ECLI:NL:OGEAA:2017:317

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 mei 2017
Publicatiedatum
9 mei 2017
Zaaknummer
E.J. 234 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van arbeidsovereenkomst op verzoek van werkgever met gewichtige redenen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sherwin-Williams Aruba VBA (hierna: SW) een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerster, die woonachtig is in Aruba. De procedure is gestart met een verzoekschrift en de behandeling vond plaats op 21 maart 2017. De beschikking is gegeven op 2 mei 2017, waarbij het gerecht heeft geoordeeld dat het dienstverband tussen partijen op 7 oktober 2016 is geëindigd. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere beschikking in de bodemzaak met nummer EJ 3107 van 2016, waarin werd vastgesteld dat het ontslag kennelijk onredelijk was en het verzoek om herstel van het dienstverband werd afgewezen.

SW verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, en met veroordeling van de verweerster tot vergoeding van de proceskosten. Het gerecht heeft geoordeeld dat er geen arbeidsovereenkomst meer bestaat die ontbonden kan worden, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld tegen de eerdere beschikking. In dat geval zou de arbeidsovereenkomst ontbonden worden wegens gewijzigde omstandigheden, aangezien er geen vruchtbare samenwerking meer mogelijk is.

De rechter heeft besloten dat elke partij de eigen kosten draagt en heeft de beschikking uitgesproken ter openbare terechtzitting op 2 mei 2017. De uitspraak is gedaan door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht.

Uitspraak

Beschikking van 2 mei 2017
Behorend bij E.J. 234 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHERWIN-WILLIAMS ARUBA VBA,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: SW,
gemachtigde: de advocaat: mr. P.A.J. van der Biezen,
tegen:
[Verweerster]
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: de advocaat mr. C.R. Foy,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de behandeling ter zitting van 21 maart 2017 en de daarvan gemaakte aantekeningen ven de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

Voor het feitencomplex wordt volstaan met verwijzing naar de tussen partijen gewezen beschikking van 2 mei 2017 behorende bij EJ 3107 van 2016.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

SW verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst - voor zover die tussen partijen nog bestaat - met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling van [verweerster] tot vergoeding van de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
In de bodemzaak tussen partijen met nummer EJ 3107 van 2016 is bij beschikking van 2 mei 2017 geoordeeld dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Het verzoek om herstel van het dienstverband is afgewezen, zodat in rechte vast staat dat het dienstverband tussen partijen op 7 oktober 2016 is geëindigd. Dit heeft tot gevolg dat tussen partijen thans geen arbeidsovereenkomst meer bestaat die ontbonden kan worden.
4.2
Slechts in het geval hoger beroep wordt ingesteld tegen de beschikking EJ 3107 van 2016 en het Hof het dienstverband herstelt, heeft SW belang bij de ontbinding. Onder die voorwaarde zal de arbeidsovereenkomst dan ook ontbonden worden wegens gewichtige redenen, bestaande uit gewijzigde omstandigheden, nu van een vruchtbare samenwerking tussen partijen geen sprake meer kan zijn. Het gerecht acht geen termen aanwezig om aan [verweerster] een vergoeding toe te kennen, nu deze reeds is toegekend in de bodemprocedure EJ 3107 van 2016.
4.3
Het gerecht acht termen aanwezig om de kosten te compenseren.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
voor zo ver het dienstverband tussen partijen in hoger beroep mocht worden hersteld,
5.1
ontbindt deze arbeidsovereenkomst met ingang van heden;
5.2
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 2 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.