ECLI:NL:OGEAA:2017:319
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en schadevergoeding in arbeidsovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek van [verzoekster] tegen haar werkgever, de vennootschap SHERWIN-WILLIAMS ARUBA VBA, inzake een kennelijk onredelijk ontslag. [Verzoekster] was sinds 1 december 2014 in dienst bij SW en kreeg op 18 februari 2015 een mondelinge waarschuwing, gevolgd door een laatste schriftelijke waarschuwing op 3 juli 2015. Op 7 oktober 2016 werd zij op staande voet ontslagen wegens vermeende schending van bedrijfsregels en onprofessioneel gedrag. [Verzoekster] verzocht de rechter om haar ontslag te vernietigen en om loondoorbetaling tot aan de rechtsgeldige beëindiging van haar dienstverband.
De rechter beoordeelt of SW een dringende reden had voor het ontslag. De feiten die aan het ontslag ten grondslag lagen, waren het opnemen van een gesprek zonder toestemming en onprofessioneel gedrag tijdens een gesprek met superieuren. De rechter oordeelt dat, hoewel het opnemen van een gesprek niet de schoonheidsprijs verdient, [verzoekster] handelde in het belang van SW. De rechter concludeert dat de feiten, in samenhang bezien, geen dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Het ontslag wordt als buiten proportioneel beschouwd.
De rechter verklaart het ontslag kennelijk onredelijk en wijst de vordering van [verzoekster] tot herstel van het dienstverband af, gezien de onvrede van SW over haar prestaties. Wel wordt SW veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van Afl. 35.000,00 aan [verzoekster], alsook in de kosten van de procedure. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte wordt afgewezen.