ECLI:NL:OGEAA:2017:321
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot goedkeuring uitkering in het kader van een executieprocedure
In de zaak van de rechtspersoon naar vreemd recht, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk, heeft de rechtbank in eerste aanleg van Aruba op 2 mei 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek om goedkeuring van een uitkering. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.J. Huiskes, vroeg goedkeuring voor de uitkering van de resterende koopsom na aftrek van vorderingen die mogelijk in rang boven haar vordering staan. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van eerdere stukken, waaronder een tussenbeschikking van 7 maart 2017 en diverse akten van uitlating van de betrokken partijen, waaronder mr. A.C. van Hoof, mr. E.M. Pennings, en mr. M. Th. Aanstoot.
De rechtbank oordeelde dat de verweerders zich verzetten tegen het verzoek van de verzoekster. Het verzet werd gegrond verklaard, omdat niet was aangetoond dat er geëxecuteerd was op basis van een hypotheekakte die in Nederland voor erkenning in aanmerking komt. De rechtbank concludeerde dat de verzoekster geen aanspraak kan maken op preferentie ten opzichte van andere schuldeisers, aangezien de executie enkel op basis van een notariële akte van schuldbekentenis had plaatsgevonden. De rechtbank benadrukte dat de verzoekster, net als andere belanghebbenden, het recht heeft om een gerechtelijke rangregeling te verzoeken op basis van artikel 551a e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de verzoekster afgewezen. Deze beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.