ECLI:NL:OGEAA:2017:346
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf
In deze zaak heeft appellante, wonend in Aruba, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar tegen de afwijzing van haar verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf. De afwijzing vond plaats op 7 september 2016, waarna appellante op 3 oktober 2016 bezwaar heeft gemaakt. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft appellante op 20 januari 2017 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Verweerder, de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, heeft geen verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft vastgesteld dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek er nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat verweerder geen verweer heeft gevoerd. Op basis van artikel 32, aanhef en onder c, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) heeft het gerecht geoordeeld dat de ongemotiveerde afwijzende beslissing niet in stand kan blijven. Het beroep is gegrond verklaard, en verweerder is opgedragen binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.
Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en is het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 8 mei 2017, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof.