ECLI:NL:OGEAA:2017:358
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake boedelverdeling na echtscheiding tussen echtgenoten
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen een vrouw en een man over de verdeling van de huwelijkse goederen gemeenschap na hun echtscheiding, die op 19 mei 2014 is uitgesproken. De beschikking van de echtscheiding is op 23 juni 2014 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Tot op heden is de huwelijkse goederen gemeenschap niet verdeeld. De man heeft op 1 juli 2014 een auto, die tot de huwelijkse goederen gemeenschap behoorde, verkocht voor Afl. 16.000,00. De vrouw heeft bij brief van 24 november 2014 aanspraak gemaakt op de helft van dit bedrag en op achterstallige alimentatie.
De vrouw vordert in deze procedure veroordeling van de man tot betaling van Afl. 8.000,00, vermeerderd met Afl. 1.200,00 wegens achterstallige alimentatie, met wettelijke rente vanaf 9 december 2014, en vergoeding van de proceskosten. De man heeft verweer gevoerd, maar de zaak is uiteindelijk verwezen naar de rol voor vonnis.
De rechter heeft vastgesteld dat de huwelijkse goederen gemeenschap nimmer is verdeeld en dat de vrouw recht heeft op de helft van de verkoopprijs van de auto. De man heeft echter de gehele verkoopprijs behouden, terwijl de vrouw de inboedel heeft behouden. De rechter oordeelt dat het voorstel van de man om de verdeling met gesloten beurzen af te wikkelen redelijk en billijk is, en schat de waarde van de inboedel op Afl. 8.000,00. De vordering van de vrouw wordt afgewezen, evenals haar vordering tot achterstallige alimentatie, omdat zij hiervoor een separate titel heeft. De proceskosten worden gecompenseerd.