ECLI:NL:OGEAA:2017:371
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Gezag en omgangsregeling in een ouderschapsconflict met een minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader verzocht om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind met de moeder. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 29 november 2016. De vader, die in persoon procedeerde, heeft zijn verzoek gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, heeft geen instemming gegeven voor gezamenlijk gezag. De Voogdijraad heeft op 13 maart 2017 een rapport ingediend waarin werd geconcludeerd dat er al vijf jaar geen communicatie tussen de ouders heeft plaatsgevonden en dat de moeder feitelijk het gezag alleen uitoefent. De Voogdijraad adviseerde om de moeder met het gezag te belasten, omdat gezamenlijk gezag zou leiden tot een onaanvaardbaar risico voor het kind.
Tijdens de zitting op 16 mei 2017 is vastgesteld dat er geen verbetering in de communicatie tussen de ouders te verwachten is. Het gerecht heeft geoordeeld dat het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag af te wijzen, omdat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De omgangsregeling is vastgesteld, waarbij rekening is gehouden met de belangen van beide partijen en de minderjarige. De omgang zal gefaseerd worden opgebouwd, met specifieke tijden en locaties voor de omgang. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.