ECLI:NL:OGEAA:2017:378
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van onroerend goed tussen partijen met betrekking tot huurinkomsten en eigendom
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een geschil over de verdeling van onroerend goed en de bijbehorende huurinkomsten tussen eiseres en gedaagden. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M.E. Mohammed, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagden, vertegenwoordigd door mr. J.A.R. Bryson, met betrekking tot de huurinkomsten van een onroerend goed dat in gemeenschap wordt gehouden. De procedure is voortgevloeid uit een eerder vonnis van 9 december 2015, waarin gedaagden waren opgedragen om rekening en verantwoording af te leggen over de ontvangen huurinkomsten. Eiseres heeft echter niet voldaan aan deze opdracht, wat heeft geleid tot een beroep op rechtsverwerking door gedaagden. Het gerecht heeft geoordeeld dat het beroep op rechtsverwerking niet opgaat, omdat het enkel stilzitten van gedaagden niet voldoende is om rechtsverwerking te rechtvaardigen.
Het gerecht heeft vervolgens de huurinkomsten geschat op basis van de waarde van het onroerend goed, vastgesteld op Afl. 60.000,--, en heeft bepaald dat gedaagden recht hebben op een aandeel in de huuropbrengsten. De rechter heeft besloten dat het onroerend goed aan eiseres wordt toebedeeld, gezien haar grootste aandeel in het goed. Eiseres heeft verzocht om het onroerend goed op haar naam te laten registreren, wat door het gerecht is toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 17 mei 2017 en is uitvoerbaar bij voorraad.