Uitspraak
VRIECON CONSTRUCTIE N.V.
gemachtigde: aanvankelijk mr. M. Bemer, thans mr. G. de Hoogd.
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
zelfstandigonrechtmatig heeft gehandeld. Dit heeft tot gevolg dat de vordering jegens Vriecon afgewezen wordt.
- De liquidatiewaarde
- De intrinsieke waarde
- De goodwill-methode
- De Rentabiliteitswaarde
- De Verbeterde rentabiliteitswaarde
- De Discount Cash Flow Methode (DCF-methode)
- De Adjusted Present Value Methode
intrinsieke waardevan Vriecon te bepalen. Deze heeft de register accountant berekend door de waarde van het eigen vermogen per 31 december 2007 te vermeerderen met de stille reserves en verliezen. Het eigen vermogen bedroeg volgens de jaarrekening 2007 AWG 34.548,00 negatief. De aanwezige stille reserves bevonden zich in het vastgoed gelegen te [perceel nummer B]. Op basis van de financiële administratie van Vriecon, alsmede de gerealiseerde verkoop van het vastgoed in 2013 heeft de register accountant berekend dat de intrinsieke waarde van de onderneming per 31 december 2007 AWG 429.505,00 bedroeg. Nu [eiser] de deskundigheid van de registeraccountant [naam accountant] niet heeft betwist en er gebruik is gemaakt van een erkende methode om de waarde van de aandelen vast te stellen, wordt uitgegaan van de juistheid van deze berekening. Dit heeft tot gevolg dat het onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] tot een
pretenseschade heeft geleid van maximaal AWG 429.505,00.
5.DE UITSPRAAK
woensdag 14 juni 2017 om 10.00 uur;