ECLI:NL:OGEAA:2017:381

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 mei 2017
Publicatiedatum
23 mei 2017
Zaaknummer
A.R. 2771 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor gestolen motorfiets na inbeslagname door politie

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert eiser, een motorfietsbezitter, schadevergoeding van het Land Aruba na de diefstal van zijn motorfiets, die in beslag was genomen door de politie. De motorfiets, een Suzuki 1100 uit 1992, werd op 12 mei 2012 in beslag genomen op verdenking van rijden onder invloed. Eiser deed op 19 juli 2012 aangifte van diefstal nadat de motorfiets was gestolen uit de politiewacht. Eiser vordert een schadevergoeding van Afl. 15.000,00, gebaseerd op de waarde van de motorfiets ten tijde van de inbeslagname, en beroept zich op de Landsverordening Wegverkeer en het Burgerlijk Wetboek.

Het Land Aruba erkent aansprakelijkheid, maar betwist de hoogte van de schadevergoeding. Eiser heeft een verklaring overgelegd van een monteur die de motorfiets had omgebouwd voor wedstrijden, waarin de marktwaarde van de motorfiets wordt geschat op Afl. 20.000,00 tot Afl. 25.000,00. De rechter oordeelt dat de schade gelijk is aan de marktwaarde ten tijde van de diefstal en dat de verklaring van de monteur voldoende is om de waarde vast te stellen. De rechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt het Land tot betaling van Afl. 15.000,00, evenals de proceskosten.

De uitspraak werd gedaan op 17 mei 2017 door rechter Y.M. Vanwersch, en het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De rechter verleent eiser ook verlof om kosteloos te procederen, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

Vonnis van 17 mei 2017
Behorend bij A.R. 2771 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arends-Marchena,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Het Land Aruba,
zetelend te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: de advocaat mr. V.M. Emerencia.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 16 april 2014;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie na antwoord d.d.14 mei 2014;
- de akte uitlating voortprocederen aan de zijde van [eiser];
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties aan de zijde van [eiser].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
eiser] is eigenaar van een motorfiets uit 1992 Suzuki 1100 Bike […], voorzien van kenteken MFA-[kentekennummer].
2.2
Op 12 mei 2012 is [eiser] door de politie aangehouden op verdenking van rijden onder invloed. Hierbij is de motorfiets van [eiser] in beslag genomen en overgebracht naar de politiewacht te […], alwaar deze is gestolen of verduisterd.
2.3 [
eiser] heeft op 19 juli 2012 aangifte gedaan van diefstal van zijn motorfiets.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - gratis admissie en veroordeling van het Land tot betaling van Afl. 15.000,00.
3.2 [
eiser] grondt zijn vordering op het bepaalde in artikel 22 lid 4 van de Landsverordening Wegverkeer (AB 1997 no.18) en artikel 6:162 BWA.
3.3
Het Land erkent aansprakelijk te zijn, maar betwist de hoogte van de schade.
3.4
Als productie 3 bij conclusie van repliek heeft [eiser] een schriftelijke verklaring van [naam monteur], monteur en gespecialiseerd in Drag Racing, overgelegd. Hieruit volgt dat [eiser] hem opdracht heeft gegeven om de (ontvreemde) motorfiets om te bouwen tot een motorfiets die geschikt is voor wedstrijden alsmede voor deelname aan het gewone verkeer. [naam monteur] heeft diverse onderdelen van de motorfiets vervangen, waardoor de snelheid en het optrekvermogen is geoptimaliseerd. [naam monteur] schat de marktwaarde van de motorfiets op Afl. 20.000,-- tot Afl. 25.000,--.

4.DE BEOORDELING

4.1
Nu de aansprakelijkheid tussen partijen vast staat, dient slechts beoordeeld te worden wat de schade is die het Land aan [eiser] moet vergoeden. De hoogte van de schade is in casu gelijk aan de waarde van de motorfiets ten tijde van de inbeslagneming. In gevolge het bepaalde in artikel 6:97 BWA begroot de rechter de schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is.
4.2
Anders dan het Land stelt is de omvang van de schade van [eiser] niet gelijk aan de koopsom minus de afschrijvingen, maar de marktwaarde ten tijde van de diefstal.
Uit de schriftelijke verklaring van [naam monteur] volgt dat de marktwaarde van de gestolen motorfiets aanzienlijk hoger is dan de vordering van [eiser]. Het Land stelt dat deze schriftelijke verklaring onvoldoende is om de marktwaarde te kunnen vaststellen. Dit verweer wordt verworpen. De verklaring van één deskundige is in beginsel voldoende, tenzij er aanleiding bestaat om aan de deskundigheid van de deskundige te twijfelen. Hiervan is geen sprake, zodat er geen aanleiding bestaat om te twijfelen aan de door [naam monteur] geschatte waarde van de gestolen motorfiets. Nu [eiser] slechts
Afl. 15.000,00 vordert (zonder wettelijke rente!!), wordt dit bedrag toegewezen.
4.3
Het Land wordt, nu het in het ongelijk is gesteld, in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent [eiser] verlof om kosteloos te procederen;
5.2
veroordeelt het Land tot betaling aan [eiser] van een schadevergoeding ad
Afl. 15.000,00;
5.3
veroordeelt het Land in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser] worden begroot op Afl. 450,00 aan griffierecht, te betalen aan de griffier, Afl. 189,00 aan explootkosten, te betalen aan de deurwaarder en Afl. 3.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 17 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.