ECLI:NL:OGEAA:2017:383

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 mei 2017
Publicatiedatum
23 mei 2017
Zaaknummer
A.R. 777 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenveroordeling in verband met belastinggeschil tussen Federal Express (Aruba) N.V. en het Land Aruba

In deze civiele zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de kostenveroordeling in het kader van een belastinggeschil centraal. Federal Express (Aruba) N.V. had een rechtszaak aangespannen tegen het Land Aruba, nadat de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 7 maart 2013 het beroep van Federal Express tegen de opgelegde aanslagen winstbelasting over de jaren 1998 tot en met 2003/2004 gegrond had verklaard. De Raad vernietigde de aanslagen en verminderde deze tot de door Federal Express opgegeven belastbare winsten.

In de procedure vorderde Federal Express, na wijziging van eis, een verklaring voor recht dat het Land Aruba onrechtmatig had gehandeld en veroordeling tot betaling van een schadevergoeding van US$ 237.465,04, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Federal Express stelde dat de vernietiging van de aanslagen impliceerde dat het Land Aruba onrechtmatig had gehandeld, waardoor zij schade had geleden en kosten had moeten maken. Het Land Aruba voerde verweer en vorderde op zijn beurt dat Federal Express in de proceskosten werd veroordeeld.

De rechter oordeelde dat de gemaakte kosten van Federal Express, die verband hielden met de bijstand van externe deskundigen, onder artikel 6:96 lid 2 BW vielen. De rechter concludeerde dat er geen goede reden was om het systeem van forfaitaire proceskostenvergoeding, zoals dat in het bestuursrecht gebruikelijk is, niet ook in belastingzaken toe te passen. Uiteindelijk werd het Land Aruba veroordeeld tot betaling van Afl. 10.500, vermeerderd met wettelijke rente, terwijl Federal Express in de proceskosten werd veroordeeld, die op nihil werden begroot omdat het Land Aruba met eigen ambtenaren procedeerde. Het vonnis werd uitgesproken op 17 mei 2017.

Uitspraak

Vonnis van 17 mei 2017
Behorend bij A.R. 777 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
FEDERAL EXPRESS (ARUBA) N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Federal Express,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F. Kuster,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Land Aruba,
gemachtigde: mr. F. Geerman-Ruiz.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek en wijziging eis;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij beschikking van 7 maart 2013 (nrs. 2010/47518 en 2010/53846) heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken, verder: de Raad, het beroep van Federal Express tegen aan haar opgelegde aanslagen winstbelasting over de jaren 1998 tot en met 2003/2004 gegrond verklaard, de desbetreffende beschikkingen vernietigd en de aanslagen verminderd tot aanslagen naar belastbare winsten zoals door Federal Express opgegeven.
2.2
Federal Express heeft zich in het belastinggeschil doen bijstaan door externe deskundigen.
2.3
Bij e-mailbericht van 22 juni 2016 is door Land Aruba aan Federal Express een kostenvergoeding aangeboden van Afl. 10.500,.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Samengevat vordert Federal Express, na eiswijziging, verklaring voor recht dat Land Aruba onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Land Aruba tot betaling van US$ 237.465,04, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Land Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Federal Express grondt de vordering erop dat met de vernietiging van de aanslagen vast staat dat Land Aruba onrechtmatig heeft gehandeld en zij daardoor schade heeft geleden omdat zij genoodzaakt werd in verband daarmee kosten te maken als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW.
3.3
Land Aruba voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Federal Express in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
De zaak kenmerkt zich hierdoor dat de Raad in beroep de aanslagen heeft vernietigd en zelf in de zaak heeft voorzien. Daarmee is in beginsel de onrechtmatigheid van die besluiten naar inhoud en/of wijze van totstandkoming gegeven.
4.2
Federal Express grondt haar vordering op het bepaalde in artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder a BW. Wat Federal Express in dit verband vordert zijn de kosten die zij heeft gemaakt voor aan haar verleende bijstand in de beroepsprocedure, meer in het bijzonder de bijstand die haar daarbij is verleend door externe deskundigen. Aldus vordert Federal Express in wezen proceskostenvergoeding.
4.3
De Landsverordening beroep in belastingzaken (AB 2000 no. GT 12, zoals gewijzigd AB 2004, no.11) kent, anders dan de verplichting tot teruggave van het ten behoeve van ’s Lands kas te betalen recht van 5 florin, geen proceskostenveroordeling ten laste van het Land ingeval aan de door appellant aangevoerde bezwaren in beroep geheel of gedeeltelijk tegemoet gekomen wordt. Het Landsbesluit proceskostenvergoeding in belastingzaken (AB 2016 no. 31) is alleen van toepassing op ‘nieuwe’ gevallen.
4.4
Het concordantiebeginsel, zoals dat voor burgerlijk en handelsrecht, burgerlijke rechtsvordering, strafrecht, strafvordering, auteursrecht, de industriële eigendom en het notarisambt tot uitdrukking is gebracht in artikel 39 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, behelst dat rechtsvragen zoveel mogelijk op overeenkomstige wijze worden beantwoord. In Nederland kent het bestuursrecht, waaronder ook het fiscale bestuursprocesrecht, een regeling omtrent de, grotendeels forfaitaire, vergoeding van proceskosten in artikel 8:75 Algemene wet bestuursrecht jo. Besluit proceskosten bestuursrecht. De Landsverordening administratieve rechtspraak voorziet in artikel 52 tweede lid in de mogelijkheid om het bestuursorgaan te veroordelen tot een vergoeding aan de wederpartij. Anders dan de (voormalige) Nederlandse Antillen kent het Arubaanse bestuursprocesrecht geen Besluit proceskosten bestuursrecht, maar het is vaste rechtspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba dat hij het Antilliaanse Besluit proceskosten bestuursrecht – stilzwijgend – concordant toepast. Het Arubaanse bestuursprocesrecht kent aldus ook een systeem van forfaitaire proceskostenvergoeding. Er is voorshands geen goede reden waarom dit systeem van bestuursrechtelijke proceskostenveroordeling niet ook in belastingzaken kan worden toegepast in geval de belastingplichtige in een burgerrechtelijk geding vergoeding van schade in de zin van artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder a BW vordert.
Anders gezegd: het gerecht is voorshands van oordeel dat bij de toetsing van de vraag of de gemaakte kosten voldoen aan de redelijkheid van artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder a BW, in beginsel aansluiting moet worden gezocht bij het in het bestuursrecht gebruikelijk toe te passen Antilliaanse Besluit proceskosten bestuursrecht.
4.5
Voorgaande wordt niet anders waar de Raad in zijn beschikking van 11 juli 2014 nrs. 2013/61743, 61745, 61746 en 61749 heeft geoordeeld dat voor een proceskostenvergoeding in belastingzaken geen ruimte is, ook niet op grond van het concordantiebeginsel.
De onderhavige procedure is gebaseerd op een civielrechtelijke onrechtmatige daad in verband waarmee vergoeding van schade wordt gevorderd die aan de criteria van artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder a BW moet voldoen.
4.6
Het gerecht zal voor het berekenen van de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW aansluiten bij het Antilliaanse Besluit proceskosten bestuursrecht. Niet bestreden is dat de hoogte van de kostenvergoeding onder die regeling Afl. 10.500, zou bedragen. Dat geldt kennelijk ook voor een vergoeding die zou worden toegewezen onder het ontwerp Landsbesluit proceskostenvergoeding in belastingzaken (AB 2016 no. 31).
4.7
De gevorderde rente is niet weersproken.
4.8
Federal Express heeft geen rechtens relevant belang bij toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht.
4.9
Als de in overwegende mate in het ongelijk te stellen partij zal Federal Express de proceskosten van Land Aruba moeten vergoeden. Die worden begroot op nihil omdat Land Aruba middels haar eigen ambtenaar procedeert.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Land Aruba tot betaling aan Federal Express van een bedrag van Afl. 10.500,, te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom vanaf 17 oktober 2015 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt Federal Express in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Land Aruba worden begroot op nihil;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 17 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.