In deze civiele zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 31 mei 2017 vonnis gewezen in de zaak tussen ADELIS CONSTRUCTION COMPANY (hierna: E*) en een gedaagde partij (hierna: G*). E* vorderde betaling van een bedrag van Afl. 220.900,00, vermeerderd met incassokosten en wettelijke rente, op basis van een aanneemovereenkomst voor de bouw van een woonhuis. G* had in totaal Afl. 96.000,00 betaald, maar E* stelde dat er nog een restant van Afl. 48.000,00 openstond, naast extra werkzaamheden en een vergoeding voor wachtdagen. G* voerde verweer en vorderde in reconventie een schadevergoeding van Afl. 35.000,00 wegens gebrekkige werkzaamheden door E*.
De rechter oordeelde dat E* geen recht had op het restant van de aanneemsom, omdat de aanneemovereenkomst was beëindigd na de aanleg van de ringbalk. Ook de vordering voor extra werkzaamheden en wachtdagen werd afgewezen, omdat deze niet schriftelijk waren overeengekomen. In reconventie werd de vordering van G* eveneens afgewezen, omdat niet was aangetoond dat E* in verzuim was gesteld. De kosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.
Dit vonnis benadrukt het belang van schriftelijke overeenkomsten in civiele zaken en de noodzaak om verzuim correct vast te stellen voordat schadevergoeding kan worden geëist.