Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE UITSPRAAK
personal loan” te betalen
current account” te betalen
credit card” te betalen
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Aruba Bank N.V. een geldvordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een geschil over een geldleningsovereenkomst van 2 november 2010, waarbij de gedaagde een bedrag van Afl. 26.706,94 verschuldigd zou zijn aan Aruba Bank. Tijdens de procedure bleek dat de gedaagde geen schriftelijke volmacht had gegeven aan zijn moeder om namens hem te procederen, waardoor de rechtbank deze handelingen buiten beschouwing liet. Dit leidde tot de conclusie dat de gedaagde de gewijzigde vorderingen van Aruba Bank niet had bestreden, wat resulteerde in toewijzing van de vorderingen. De rechtbank oordeelde dat Aruba Bank recht had op een vergoeding van Afl. 1.875,-- voor buitengerechtelijke incassokosten, en dat de gedaagde ook de proceskosten van Aruba Bank moest vergoeden, die in totaal op Afl. 6.001,05 werden begroot. De uitspraak werd gedaan op 14 juni 2017, waarbij de rechter het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaarde en het meer of anders verzochte afwees.