ECLI:NL:OGEAA:2017:483

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 juni 2017
Publicatiedatum
28 juni 2017
Zaaknummer
E.J. 2337 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de nietigheid daarvan in arbeidsrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de verzoekster, aangeduid als E*, een rechtszaak aangespannen tegen haar werkgever, DTH TELEVISION & TELECOMMUNICATIONS N.V. (MIO), na een ontslag op staande voet. E* was sinds 17 maart 2014 in dienst als manager 'Human Resources & Retail'. MIO heeft E* op staande voet ontslagen vanwege vermeende betrokkenheid bij de vermissing van Afl. 40.000,- uit de kluis van het bedrijf. E* heeft het ontslag betwist en verzocht om haar weer toe te laten tot het werk en om betaling van haar loon vanaf 21 juli 2016.

De procedure omvatte verschillende zittingen, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. MIO stelde dat E* geen gehoor had gegeven aan een oproep om uitleg te geven over de vermissing van het geld en dat zij onbereikbaar was geworden. E* voerde aan dat het ontslag nietig was, omdat MIO onvoldoende bewijs had geleverd voor de ontslagreden en dat het verlies van vertrouwen niet voldoende was om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen.

De rechter oordeelde dat MIO niet voldoende had aangetoond dat E* betrokken was bij de vermissing en dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was. De rechter verklaarde het ontslag nietig en veroordeelde MIO om E* weer toe te laten tot het werk en haar loon door te betalen, met een aanpassing van het loon vanwege een andere baan die E* had geaccepteerd. MIO werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van E*.

Uitspraak

Beschikking van 20 juni 2017
Behorend bij E.J. 2337 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam verzoekster],
te Aruba,
hierna ook te noemen: E*,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
DTH TELEVISION & TELECOMMUNICATIONS N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: MIO,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de behandeling ter zitting van 17 januari 2017;
- de mededeling op de zitting van 7 februari 2017 dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen;
- de overgelegde aantekeningen en aanvulling ter zitting van E*;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van MIO;
- de behandeling ter zitting van 9 mei 2017 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
E* is op 17 maart 2014 in dienst van MIO getreden als manager ‘Human Resources & Retail’.
2.2
E* heeft een op 7 juli 2016 gedateerde brief van de advocaat van MIO ontvangen met, voor zover van belang, de volgende tekst:
Zoals u bekend heeft uw werkgever, cliënte MIO, vanwege kastekorten een onderzoek gedaan en een onverwachte kascontrole laten verrichten, tevens in de kluis van het bedrijf. Daaruit is gebleken dat het bedrag van Afl. 40.00,- is verdwenen. Zowel u als […] zijn de enigen die toegang hebben tot de kluis en sedert deze controle en bevindingen zijn uw beiden spoorloos. Niet alleen verschijnen uw beiden niet meer op kantoor, doch beantwoorden jullie beiden niet jullie cellulairs noch reageren om SMSen en emails van cliënten.U zult wel begrijpen dat uw reactie en gedrag verdenkingen doen rijzen dat u betrokken bent geweest bij deze onregelmatigheden. Ik sommeer u dan ook om morgen, vrijdag 8 juli 2016 om 3pm bij mij op kantoor te verschijnen en uitsluitsel te geven over het voorval en uw ongehoord gedrag daarna. Indien u nalaat aan deze oproeping gehoor te geven, zal cliënte zich verplicht voelen om de nodige maatregelen te treffen.
2.3
E* heeft een ongedateerde brief van de advocaat van MIO ontvangen met, voor zover van belang, de volgende tekst:
Namens cliënte MIO moet ik eerst vaststellen dat u geen gehoor heeft gegeven aan de verzoek om vrijdag j.l. om 3p. […] op kantoor te komen om uitleg te komen geven over het feit dat Afl. 40.000, uit de kluis is verdwenen – voor welke kluis u verantwoordelijk was en toegang daartoe had – terwijl u na deze ontdekking niet meer op het werk bent verschenen en ook onbereikbaar bent geworden en gebleven voor elke vorm van communicatie door cliënte. Uw handelswijze en gedrag is niet alleen bevreemdend, doch wekt begrijpelijkerwijze de nodige verdenking dat u – al dan niet op indirecte wijze – betrokken bent bij de onregelmatigheid. Door dit alles heeft cliënte ook alle vertrouwen in u verloren.Bovenvermelde feiten en omstandigheden, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, leveren voor cliënte een dringende reden om het dienstverband me u met onmiddellijke ingang te beëindigen. Bij deze wordt u dan ook op staande voet ontslagen.
2.4
E* heeft zich op de nietigheid van het ontslag beroepen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
E* verzoekt samengevat – uitvoerbaar bij voorraad –veroordeling van MIO om E* weer toe te laten tot het werken tot betaling van haar loon vanaf 21 juli 2016 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, met veroordeling van MIO tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
E* grondt het verzoek erop dat het ontslag op staande voet nietig is.
3.3
MIO voert hiertegen verweer, met verzoek – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van E* in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat MIO E* op staande voet heeft ontslagen. Voor zover de daarvoor aangevoerde gronden het ontslag zouden kunnen dragen en daartoe voor E* kenbaar zijn gebruikt, rust op MIO de plicht voldoende gemotiveerd te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat deze feiten en omstandigheden zich hebben voorgedaan.
4.2
Als reden voor het ontslag wordt door MIO in de door E* ontvangen brief vermeld dat geen gehoor is gegeven aan het verzoek om op vrijdag (dat was op 8 juli 2016) om 15:00 uur op kantoor van de advocaat te komen om uitleg te geven over het feit dat Afl. 40.000, uit de kluis van MIO werd vermist, zij na deze ontdekking (op 5 juli 2016) voor MIO onbereikbaar was en bij MIO de verdenking was ontstaan dat E* betrokken was bij ‘de’ onregelmatigheid zodat MIO het vertrouwen in E* had verloren.
4.3
De motivering van het ontslag op staande voet – de zwaarste mogelijke arbeidsrechtelijke consequentie die aan een handelen of nalaten van een werknemer kan worden verbonden – bestaat volgens de ontslagbrief uit een verlies van vertrouwen in E* omdat zij geen uitleg heeft verschaft over het – door MIO veronderstelde – ontbreken van Afl. 40.000, in de kluis en E* zich onbereikbaar heeft gehouden waardoor de verdenking van betrokkenheid van E* bij de vermissing ontstond.
4.4
In de kern genomen gaat het MIO dus erom dat zij geen vertrouwen meer in E* heeft. Het enkele feit dat MIO geen vertrouwen meer heeft in E* kan een ontslag op staande voet niet dragen. Dat MIO geen vertrouwen in E* heeft is in het onderhavige geval ook nog eens onvoldoende gerechtvaardigd. Onvoldoende toegelicht is hoe MIO tot de conclusie is gekomen dat zich op of kort voor 5 juli 2016 een bedrag van – naar nu verluid – Afl. 39.757,46 in contanten ontbreekt. Uit de door MIO overgelegde ‘sales reports’ blijkt dat niet voldoende duidelijk. Bovendien is niet weersproken dat ook anderen dan E* toegang tot de kluis hadden. Wat het gerecht bovendien mist zijn duidelijke contantgeldprocedures waaraan E* zich had te houden en een uiteenzetting van de wijze waarop E* die procedures (op ernstig verwijtbare wijze) heeft geschonden. De stelling dat E* er een ruimere levensstijl op na hield dan haar salaris rechtvaardigt is in het geheel niet onderbouwd en op zijn best tendentieus en kan het ontslag ook niet onderbouwen. Aan (nadere) bewijslevering wordt niet toegekomen.
4.5
Het ontslag is dan ook nietig. MIO zal veroordeeld worden om het overeengekomen loon door te betalen. Het gerecht zal het loon wel matigen omdat E* in ieder geval een baan heeft geaccepteerd bij het Arikok natuurpark als personeelschef. Nu E* over het daar verdiende loon geen openheid heeft gegeven zal het gerecht haar loon vanaf november 2016 matigen tot 50% van haar gebruikelijke loon. Overeenkomstig hetgeen, in navolging van het Gemeenschappelijk Hof, gebruikelijk is wordt de wettelijke verhoging gematigd tot 15%. De wettelijke rente komt voor toewijzing in aanmerking.
4.6
Naast de (niet bewezen) ontslagreden heeft MIO geen grond aangevoerd waarom E* niet meer tot het werk kan worden toegelaten. Zij heeft daarbij voldoende belang. Dat E* een baan heeft bij het Arikok doet er niet aan af dat zij de keuze moge hebben om naar haar oude betrekking terug te keren als zij dat wil. De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als hieronder aangegeven.
4.7
Als de in het ongelijk te stellen partij zal MIO de proceskosten van E* moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt MIO om E* binnen twee dagen na betekening van dit vonnis toe te laten tot het verrichten van de overeenkomen werkzaamheden, overeenkomstig haar gebruikelijke rooster en tegen betaling van het overeengekomen salaris op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 50, per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van Afl. 10.000,;
veroordeelt MIO tot betaling aan E* van het overeengekomen salaris vanaf 21 juli 2016 tot 1 november 2016 en voor de periode 1 november 2016 tot vandaag tot 50% daarvan tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst zal zijn beëindigd te vermeerderen met de gematigde wettelijke verhoging van 15% over het verschuldigde salaris tot vandaag en te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom van de dag dat iedere salaristermijn opeisbaar is geworden tot de dag waarop die zal zijn betaald;
veroordeelt MIO in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van E* worden begroot op Afl. 50, aan griffierecht, Afl. 172,92 aan explootkosten en Afl. 3.750, aan salaris van de gemachtigde;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 20 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.