Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
4.DE BESLISSING
met ingang van 9 mei 2017, als volgt:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 20 juni 2017, wordt het verzoek van de vader om een omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen behandeld. De procedure is gestart naar aanleiding van een eerdere beschikking van 22 november 2016, waarin de Voogdijraad werd verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de betrokken partijen. De vader, die in persoon procedeert, verzoekt om een regeling voor omgang met zijn kinderen, terwijl de moeder, ook procederend in persoon, haar bezorgdheid over de omgang naar voren brengt.
De Voogdijraad heeft in een rapport van 7 maart 2017 geconstateerd dat de tijdelijke omgang tussen de vader en de minderjarigen goed is verlopen. De ouders hebben tijdens een evaluatiegesprek aangegeven dat de kinderen het fijn vinden om tijd door te brengen met hun vader. De moeder heeft echter ook zorgen geuit over de behandeling van de kinderen bij de vader en zijn echtgenote.
Het gerecht overweegt dat een omgangsregeling noodzakelijk is voor de identiteitsontwikkeling van de minderjarigen en dat er geen zwaarwegende belangen zijn die zich verzetten tegen de omgang. De omgangsregeling wordt vastgesteld, waarbij de vader de kinderen op maandag en woensdag ophaalt en om de week van zaterdagavond tot zondagavond bij hem heeft. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het verzoek om een dwangsom wordt afgewezen, omdat dit de onderlinge verhouding van partijen zou kunnen schaden.