ECLI:NL:OGEAA:2017:499

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 juni 2017
Publicatiedatum
29 juni 2017
Zaaknummer
EJ nr. 322 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot DNA-onderzoek in afstammingskwestie met bijzondere curator

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 20 juni 2017, wordt een verzoek behandeld van de moeder, [X], en de vader, [Y], met betrekking tot de afstamming van hun minderjarige kind, [Z]. De zaak betreft een verzoek tot vernietiging van de erkenning van de minderjarige, waarbij het gerecht oordeelt dat de verzoekers niet bevoegd zijn om dit verzoek in te dienen. Dit is gebaseerd op artikel 1:205 lid 1 onder a BW, dat bepaalt dat in zaken van afstamming een minderjarig kind vertegenwoordigd moet worden door een bijzondere curator, benoemd door het gerecht. De Voogdijraad is in deze zaak aangesteld als bijzondere curator.

Het gerecht stelt verder dat het DNA-onderzoek, dat in Engeland heeft plaatsgevonden, moet voldoen aan de eisen van de ABS, die alleen DNA-onderzoeken accepteert die zijn uitgevoerd door erkende laboratoria. Het gerecht gelast een DNA-onderzoek om vast te stellen met welke mate van waarschijnlijkheid de man, [Y], de biologische vader is van [Z]. De beschikking eindigt met de benoeming van een deskundige en het verzoek om rapport uit te brengen aan het gerecht, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden. De beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 20 juni 2017
Behorend bij EJ nr. 322 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[X],
wonende in Aruba, hierna: de moeder,
[Y],
wonende in Engeland, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg.
Belanghebbenden:
[Z],de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator,
De ambtenaar van de Burgerlijke Stand, hierna: de abs,

1.DE PROCEDURE

Het verdere verloop de procedure blijkt uit:
- de beschikking van dit gerecht van 4 april 2017,
- de akte van de ABS en de curator, ingediend op 18 april 2017,
- de akte uitlating zijdens verzoekers van 11 mei 2017.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Verzoekers zijn naar het oordeel van het gerecht niet bevoegd om namens de minderjarige op grond van artikel 1:205 lid 1 onder a BW een verzoek tot vernietiging van de erkenning van de minderjarige in te dienen. De wetgever heeft ter bescherming van het minderjarige kind in artikel 1:212 BW bepaald dat in zaken van afstamming het minderjarige kind, optredende als verzoeker of belanghebbende, wordt vertegenwoordigd door een bijzondere curator, daartoe benoemd door het gerecht die over de zaak beslist. In deze zaken kunnen de belangen van het minderjarige kind immers strijdig zijn met de belangen van zijn wettelijk vertegenwoordigers. Naar het oordeel van het gerecht volgt uit artikel 1:212 BW dat een minderjarig kind in afstammingszaken slechts mag worden vertegenwoordigd door een bijzondere curator, met uitsluiting van andere wettelijk vertegenwoordiger(s). Dit betekent dat alleen de bijzondere curator voor de minderjarige een verzoek inzake afstammingskwesties kan indienen. De bijzondere curator dient zelfstandig te toetsen of het indienen van een verzoek in een afstammingskwestie in het belang van de minderjarige is. Het gerecht begrijpt dat de Voogdijraad als bijzondere curator namens de minderjarige optreedt.
2.2
Het daadwerkelijke DNA-onderzoek heeft plaatsgevonden in een laboratorium in Engeland. Voor de vraag wanneer sprake is van een voldoende deugdelijk en betrouwbaar DNA-onderzoek zoekt het gerecht aansluiting bij het advies van de ABS. Volgens de ABS dient een DNA-onderzoek plaats te vinden in een laboratorium dat is geaccrediteerd conform de aanbevelingen van de
Paternity Testing Commision of the International Society of Forensic Genetics (ISFG).Om die reden accepteert de ABS slechts DNA-onderzoeken die zijn uitgevoerd door het Landslaboratorium en Laboratorio Familiar hier te lande. Het gerecht is van oordeel dat een DNA-onderzoek dient te worden uitgevoerd door één van de hier te lande erkende laboratoria eventueel in samenwerking met een (geaccrediteerd) Engels laboratorium. Dit dient te worden uitgevoerd op een zodanige wijze dat de procedure met voldoende waarborgen is omkleed.
2.3
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
gelast een (DNA-)onderzoek naar de vraag met welke mate van waarschijnlijkheid de man, [Y], geboren op [datum] 1976 in Colombia, de biologische vader is van [Z], geboren [datum] 2002 in Aruba uit de vrouw [X], geboren op [datum] 1980 in Aruba,
benoemt de door het Landslaboratorium dan wel de I.L. Laboratotio Familiar N.V. aan te wijzen specialist als deskundige,
verzoekt de deskundige rapport terzake uit te brengen aan het gerecht door tussenkomst van bijzonder curator op de rol van
dinsdag 24 oktober 2017voor overlegging DNA-resultaat,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 20 juni 2017 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.