ECLI:NL:OGEAA:2017:52

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 januari 2017
Publicatiedatum
27 januari 2017
Zaaknummer
A.R. 1356 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage van bescheiden in civiele procedure tussen EAB Holdings en Gallow Corporation

In deze civiele procedure, die zich afspeelt in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderen EAB Holdings en Island Homes N.V. (hierna: EAB c.s.) inzage in bepaalde bescheiden van Gallow Corporation N.V. (hierna: Gallow). De vordering is gebaseerd op artikel 843a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat het mogelijk maakt voor partijen met een rechtmatig belang om inzage te vorderen van bescheiden die relevant zijn voor hun rechtsbetrekking. EAB c.s. stellen dat zij deze stukken nodig hebben voor hun verweer in een hoofdzaak waarin Gallow hen beschuldigt van toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van een overeenkomst. Gallow verzet zich tegen de vordering en stelt dat zij niet verplicht is om stukken over te leggen die zij niet in haar bezit heeft.

De rechter beoordeelt de vordering en komt tot de conclusie dat EAB c.s. rechtmatig belang hebben bij de gevraagde stukken, waaronder een memorandum of understanding tussen FMV Holding N.V. en Asterion Development V.B.A., en een development agreement tussen Asterion en Tierra Del Sol Real Estate N.V. De rechter gelast Gallow om deze stukken over te leggen, met een dwangsom als drukmiddel voor het geval zij hieraan niet voldoet. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in civiele procedures en de noodzaak voor partijen om toegang te hebben tot relevante informatie om hun rechtspositie te kunnen verdedigen.

De zaak is aangehouden voor een aanvullende conclusie van antwoord van EAB c.s. en de proceskosten worden pas in de hoofdzaak beoordeeld. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 18 januari 2017.

Uitspraak

Vonnis van 18 januari 2017
Behorend bij A.R. 1356 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot inzage, afschrift of uittreksel
zijdens
de rechtspersoon naar vreemd recht
EAB HOLDINGS,
Britse Maagdeneilanden,
en
de naamloze vennootschap
ISLAND HOMES N.V. [1]
te Aruba,
hierna ook te noemen: EAB c.s., respectievelijk EAB en Island Homes,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen
de rechtspersoon naar vreemd recht
GALLOW CORPORATION N.V.
te Curaçao,
hierna ook te noemen: Gallow,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de incidentele vordering tot inzage, afschrift of uittreksel voeging van EAB c.s.;
de conclusie van antwoord in het incident van Gallow.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VORDERING

2.1
EAB c.s vorderen in het incident afschrift van de navolgende stukken:
- de “memorandum of understanding (MOU)” tussen FMV Holding N.V. (verder: FMV) en Asterion Development V.B.A. (verder: Asterion);
- de “note holders approval” van FMV aan Asterion van (omstreeks) november 2014;
- de “development agreement” tussen Tierra Del Sol Real Estate N.V. (verder: TDSRE) en Asterion van (omstreeks) 23 december 2014;
- elke andere overeenkomst tussen TSDRE en Asterion waarin de exclusieve ontwikkelingsrechten aan Asterion worden vergeven en/of ter zake bindende beslissingen worden genomen, gebaseerd op de overeenkomst van (omstreeks) 23 december 2014;
- een geschift met daarin de “waiver and release” van Gallow en/of XL Management and Development Group Limited (verder: XL Management) aan TDSRE;
- een geschrift met daarin een “waiver and release” van Gallow aan Asterion in verband met enige acties die de rechten van Asterion negatief zouden kunnen beïnvloeden;
- de notulen van de buitengewone aandeelhoudersvergadering van Gallow waarin voormelde “waivers” zijn besproken;
- het verzoek van Asterion aan XL Management, inhoudend dat XL Management Gallow ertoe dient te bewegen acties tegen EAB te staken en zich te onthouden van nadere acties.
2.2
EAB c.s. baseren hun incidentele vordering erop dat zij voor hun verweer belang hebben bij kennisneming van die stukken.
2.3
Gallow verzet zicht tegen toewijzing van het verzoek.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op grond van artikel 843a lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan degene die daarbij rechtmatig belang heeft op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorganger partij is, van degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, welke vordering, bij gebreke van eventuele tegenspraak, in beginsel toewijsbaar is. Op grond van het vierde lid van dat artikel is degene die de bescheiden te zijner beschikking heeft of onder zich heeft niet gehouden aan de vordering te voldoen indien daarvoor gewichtige, door deze partij aan te voeren redenen zijn of indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde bescheiden is gewaarborgd. In het algemeen kan van een rechtmatig belang in de zin van artikel 843a lid 1 Rv reeds sprake zijn indien degene die afschrift verlangt dat stuk niet tot zijn beschikking heeft maar wel bekend is met het bestaan ervan en dat stuk in de procedure zou willen overleggen. Voldoende is dat het desbetreffende stuk relevant kan zijn voor een niet op voorhand als kansloos aan te merken vordering of verweer. De verlangde stukken moeten voldoende bepaald zijn; voldoende concreet moet worden aangegeven dat en waarom de specifieke stukken van belang zijn, zulks teneinde een 'fishing expedition' te voorkomen. Artikel 843a Rv dient er niet toe om stukken op te vragen waarvan slechts het vermoeden bestaat dat die mogelijk in de procedure van pas zouden kunnen komen.
3.2
Op voet van artikel 142 Rv kan de rechter – kort gezegd – op verzoek van een van de partijen aan de andere partij(en) bevelen schriftelijke inlichtingen te verschaffen en bescheiden over te leggen.
3.3
In de hoofdzaak wordt door Gallow (samengevat) gevorderd voor recht te verklaren, dat EAB toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de uit tussen partijen gesloten overeenkomst van 3 april 2012, stekkende tot overdracht van de aandelen Island Homes N.V. door EAB aan Gallow en die overeenkomst te ontbinden met schadevergoeding ten gunste van Gallow van US$ 1.694.941,03 in hoofdsom. En verder voor recht te verklaren dat EAB c.s. met Arashi Investments LLC (verder Arashi) een onrechtmatige daad jegens Gallow hebben gepleegd door “de (…) ontwikkelingsoverenkomst met Tierra del Sol in onderling overleg (…) te beëindigen met als tegenprestatie dat (…) Arashi (…) diverse onroerende goederen en geldsbedragen van Tierra del Sol als betaling zou (…) verkrijgen”, met hoofdelijke veroordeling om schade ad US$ 1.694.941,03 in hoofdsom te vergoeden.
3.4
EAB c.s. stellen belang te hebben bij overlegging van de hierboven opgesomde stukken omdat zij niet kunnen vaststellen of Gallow zelf afstand heeft gedaan van de ontwikkelingsrechten ten behoeve van Asterion.
3.5
Gallow verzet zich tegen toewijzing van het verzoek. Gallow heeft tegen TDSRE afstand gedaan van haar vorderingsrecht maar niet tegen EAB c.s. Gallow beroept zich er voorts op dat Gallow alleen stukken kan overleggen die zij bezit. Zij heeft er op zich geen bezwaar tegen om de “waiver and release” van Gallow aan TDSRE over te leggen maar de noodzaak daarvan ontgaat haar.
3.6
Bij de beoordeling van het verzoek van EAB c.s. moet in het oog worden gehouden dat de vordering in de hoofdzaak strekt tot ontbinding van de (gestelde) koopovereenkomst tussen Gallow en EAB met betrekking tot de aandelen Island Homes en de daardoor, althans door een daarmee samenhangende onrechtmatige daad geleden schade van Gallow. Die schade bestaat uit bedragen die Gallow heeft betaald als aanbetaling van de koopprijs (US$ 50.000,), betaling aan/investering in Island Homes (US$875.228,05) en betalingen aan derden in verband met de realisering van het project. EAB c.s. stellen dat zij voor hun verweer tegen die vordering behoefte hebben aan overlegging van de genoemde geschriften.
3.7
Voor het voeren van verweer tegen een schadevergoedingsprocedure kan van belang zijn of en zo ja hoeveel schade geleden is en of de geleadeerde heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsverplichting. In de onderhavige zaak kunnen EAB c.s. er daarom belang bij hebben te weten wat is afgesproken tussen FMV en Asterion met betrekking tot het project en hoe dat zich verhoudt tot de afstand die Gallow deed van haar eventuele aanspraken op TDSRE en/of EAB. Gegeven de omstandigheid dat de u.b.o. van Asterion dezelfde is als die van Gallow is immers niet ondenkbaar dat Gallow (indirect) gecompenseerd wordt voor haar schade. Het feit dat Gallow geen directe partij is bij de memorandum of understanding tussen FMV en Asterion maar daaraan kennelijk wel enigerlei wijze gebonden is brengt niet automatisch mee dat Gallow niet kan worden verplicht om een afschrift van het desbetreffende geschift aan EAB c.s. te verschaffen. Het gaat erom dat zij daarover beschikt of redelijkerwijze kan beschikken en dat stuk relevant is voor de rechtsverhouding tussen partijen. Gegeven andermaal de band tussen Gallow en Asterion is onvoldoende weersproken dat Gallow over dat stuk (redelijkerwijze) kan beschikken.
3.8
Voorgaande geldt ook voor de “note holders approval” van FMV aan Asterion en de Development Agreement tussen Asterion en TDSRE.
3.9
De vordering tot afgifte van een afschrift van “elke andere overeenkomst tussen Tierra del Sol Real Estate N. V. en Asterion Development VBA” ziet onvoldoende op “bepaalde bescheiden” zoals in de wet bedoeld.
3.1
Gallow heeft al aangegeven geen bezwaar te hebben tegen afgifte van afschriften van de “waiver and release” van haar ten opzichte van TSDRE en Asterion zodat het verzoek voor inwilliging in aanmerking komt. EAB c.s. hebben daarbij voldoende belang.
3.11
Niet aangetoond is dat er notulen bestaan van een buitengewone aandeelhoudersvergadering van Gallow zodat dat deel van het verzoek wordt afgewezen.
3.12
Voor “het verzoek van Asterion” aan XL geldt dat niet gemotiveerd gesteld is dat het hier om een geschrift of ander bescheid gaat dat zich leent voor het maken van een afschrift of doen van inzage. Dat verzoek zal worden afgewezen.
3.13
Het oordeel over de proceskosten zal worden aangehouden tot in de hoofdzaak is beslist.
3.14
Het gerecht constateert dat EAB c.s. wel voor antwoord in de hoofdzaak hebben geconcludeerd. In het licht van het belang van de goede procesorde en de daarbij in acht te nemen concentratie van eis en verweer zal het gerecht de zaak voor aanvullende conclusie van antwoord verwijzen naar de rol zodat EAB c.s. desgewenst in kunnen gaan op de inhoud van de stukken waarvan zij nu afschrift moet ontvangen. EAB c.s. kunnen daarvan bij akte ook afzien.

4.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
gelast Gallow over te leggen een afschrift van:
- de memorandum of understanding tussen FMV en Asterion
- de “note holders approval” van FMV aan Asterion en de Development Agreement tussen Asterion en TDSRE;
- de “waiver and release” van Gallow ten opzichte van TSDRE en Asterion;
op straffe van een, na twee dagen na betekening van dit vonnis, onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl 1.000, per document per dag, met een maximum van Afl. 100.000, per niet overgelegd document;
houdt het oordeel over de proceskosten in het incident aan tot in de hoofdzaak wordt beslist;
in de hoofdzaak
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 15 februari 2017 voor het nemen van een aanvullende conclusie van antwoord (P1) zijdens EAB c.s..
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 18 januari 2017 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Volgens de kop van het inleidend verzoek in de hoofdzaak richt de procedure zich tegen Island