ECLI:NL:OGEAA:2017:53

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 januari 2017
Publicatiedatum
27 januari 2017
Zaaknummer
B.B. 400 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen vonnis in civiele huurovereenkomst met betrekking tot internetbereik

In deze zaak gaat het om een verzetprocedure tegen een eerder vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, uitgesproken op 6 januari 2016. Opposant, die in persoon procedeert, heeft verzet ingesteld tegen dit vonnis waarin zij was veroordeeld tot betaling aan Geopposeerde. De procedure begon met een verzoekschrift van Geopposeerde, dat leidde tot het vonnis waarvan verzet. Opposant vordert dat het Gerecht haar goed opposant verklaart, het eerdere vonnis vernietigt en de oorspronkelijke vorderingen van Geopposeerde afwijst.

Geopposeerde voert verweer en stelt dat er geen huurovereenkomst tot stand is gekomen, omdat een voorwaarde met betrekking tot internetbereik niet is vervuld. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Opposant tijdig verzet heeft ingesteld en dat de stelling van Geopposeerde over de voorwaarde niet is bewezen. Het Gerecht oordeelt dat de vordering van Geopposeerde tot restitutie van de borgsom niet kan worden toegewezen, omdat de voorwaarde niet is aangetoond.

Uiteindelijk verklaart het Gerecht Opposant goed opposant, vernietigt het eerdere vonnis en wijst de oorspronkelijke vorderingen van Geopposeerde af. Geopposeerde wordt veroordeeld in de proceskosten van Opposant. Dit vonnis is uitgesproken op 18 januari 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 18 januari 2017
Behorend bij B.B. 400 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS op het verzet van:
Opposant,
wonende in Aruba,
opposant,
hierna ook te noemen: Opposant,
procederend in persoon,
tegen:
Geopposeerde,
wonende in Aruba,
geopposeerde,
hierna ook te noemen: Geopposeerde,
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 4 september 2015 ter griffie ingediende (oorspronkelijke) verzoekschrift van Geopposeerde, met producties;
- het bij verstek uitgesproken vonnis van dit Gerecht van 6 januari 2016 onder zaaknummer B.B. 1981 van 2015 (hierna: het vonnis waarvan verzet), waarbij Opposant uitvoerbaar bij voorraad is veroordeeld tot betaling aan Geopposeerde van Afl. 2.000,-- te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 2 juni 2015, alsmede tot betaling aan Geopposeerde van Afl. 300,-- aan proceskosten;
- de op 1 maart 2016 ter griffie ingediende conclusie van eis in oppositie annex verzetschrift van Opposant, met producties;
- de conclusie van antwoord in oppositie;
- de conclusie van repliek in oppositie, met producties;
- de ter rolzitting van 26 oktober 2016 door Geopposeerde mondeling gevoerde uitlating producties;
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN OPPOSITIE

2.1
Opposant vordert dat het Gerecht (naar het begrijpt) bij vonnis haar goed opposant verklaart, het vonnis waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende - de oorspronkelijke vorderingen van Geopposeerde afwijst, onder uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van hem in de proceskosten.
2.2
Geopposeerde voert verweer strekkende tot ongegrondverklaring van het door Opposant ingestelde verzet, en tot veroordeling van Opposant in de proceskosten.
2.3
Voor zover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING IN OPPOSITIE

3.1
Geopposeerde heeft niet gesteld noch is gebleken dat Opposant het op 6 januari 2016 uitgesproken vonnis waarvan verzet eerder heeft ontvangen dan per deurwaardersexploot van 17 februari 2016, en evenmin is gesteld of gebleken dat Opposant eerder dan 17 februari 2016 kennis droeg van de inhoud van dat vonnis. Dat betekent dat Opposant binnen de daartoe geldende termijn verzet heeft ingesteld, en daarom ontvankelijk is in haar verzet.
3.2
Vast staat dat partijen op enig moment een mondelinge overeenkomst hebben gesloten met betrekking tot de bij partijen genoegzaam bekende aan Opposant toebehorende woning, krachtens welke overeenkomst Geopposeerde die woning onder betaling van een waarborgsom van Afl. 2.000,-- heeft gehuurd of zou huren van Opposant. In dat verband stelt Geopposeerde dat hij die woning heeft gehuurd of zou huren onder de voorwaarde dat uit door de internetprovider Scarlet te verrichten metingen zou blijken dat die woning optimaal internetbereik heeft (hierna: de voorwaarde).
3.3
Geopposeerde heeft de waarborgsom betaald aan Opposant, en Scarlet voornoemd heeft vervolgens vastgesteld dat de woning geen internetbereik heeft. Nu de voorwaarde niet in vervulling is gegaan meent Geopposeerde dat er tussen partijen geen huurovereenkomst meer bestaat, althans niet tot stand is gekomen, hetgeen volgens hem met zich brengt dat Opposant de borgsom dient te restitueren. Opposant heeft echter de stelling van Geopposeerde, dat partijen de voorwaarde zijn overeengekomen, gemotiveerd bestreden. Daarbij heeft te gelden dat het bestaan van de voorwaarde in het licht van het dienaangaande door Opposant gevoerde verweer niet volgt uit het bij partijen genoegzaam bekende WhatsApp bericht (zie de conclusie van antwoord in oppositie onder 3.). Eén en ander brengt mee dat niet vast staat dat partijen de voorwaarde zijn overeengekomen. Die stelling komt ook niet vast te staan, omdat Geopposeerde geen levering van getuigenbewijs heeft aangeboden.
3.4
Vorenstaande brengt mee dat de stelling van Geopposeerde, dat Opposant de door hem betaalde borgsom dient te restitueren, grondslag mist.
3.5
De slotsom luidt daarom dat Opposant goed opposant zal worden verklaard, het vonnis waarvan verzet zal worden vernietigd, en - opnieuw recht doende - het oorspronkelijk door Geopposeerde gevorderde zal worden afgewezen.
3.6
Geopposeerde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de proceskosten van Opposant in oppositie, tot aan deze uitspraak begroot op het bedrag gelijk aan de kosten van het niet in het dossier aangetroffen deurwaardersexploot krachtens welke Geopposeerde is opgeroepen om te verschijnen en van antwoord te dienen in deze verzetprocedure. Er worden geen punten van het liquidatietarief geliquideerd, omdat Opposant in deze procedure niet werd bijstaan door een daartoe door het Hof toegelaten professionele rechtsbijstandverlener.

4.DE BESLISSING IN OPPOSITIE

Het Gerecht:
-verklaart Opposant goed opposant;
-vernietigt het vonnis waarvan verzet;
en opnieuw rechtdoende:
-wijst af het oorspronkelijk door Geopposeerde gevorderde;
-veroordeelt Geopposeerde in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Opposant, tot aan deze uitspraak begroot op het bedrag gelijk aan de kosten van het niet in het dossier aangetroffen deurwaardersexploot krachtens welke Geopposeerde is opgeroepen om te verschijnen en van antwoord te dienen in deze verzetprocedure;
-verklaart voormelde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 18 januari 2017