ECLI:NL:OGEAA:2017:537
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake geldleningsovereenkomst tussen partijen met betwiste schuldbekentenis
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 5 juli 2017 een vonnis gewezen in de zaak tussen eiser E*, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, en gedaagde G*, die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een verzoekschrift en een conclusie van antwoord, met een comparitie na antwoord op 5 juni 2017. De kern van de zaak betreft een overeenkomst van geldlening die op 30 januari 2015 tot stand kwam, waarbij E* aan G* een bedrag van Afl. 3.000,00 leende, vermeerderd met 15% rente per maand, terug te betalen in acht termijnen van Afl. 450,00 exclusief rente en kosten. G* gaf haar paspoort als garantie, dat zij terug zou krijgen na volledige terugbetaling van de lening.
E* vorderde bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de betaling van het geleende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten, en vergoeding van proceskosten. E* baseerde zijn vordering op een door G* ondertekende schuldbekentenis van 1 augustus 2015, waarin stond dat bij wanbetaling het restant ineens en volledig opeisbaar was. G* betwistte echter de handtekening op de schuldbekentenis en voerde verweer.
De rechter oordeelde dat G* niets meer verschuldigd was aan E*, omdat de handtekening op de schuldbekentenis niet overeenkwam met die op de overeenkomst van geldlening en het paspoort van G*. Aangezien G* haar paspoort terug had gekregen, werd aangenomen dat zij het geleende bedrag had terugbetaald. E* werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van G* op nihil werden bepaald. Het gevorderde werd afgewezen.