ECLI:NL:OGEAA:2017:539

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 juli 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
K.G. 1129 van 2017 / AUA201700997
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over loonvordering en beëindiging arbeidsovereenkomst

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de eiser, een secretaresse, een loonvordering ingediend tegen haar werkgever, de naamloze vennootschap Mariel Trading N.V., h.o.d.n. Del-Mar Trading. De eiser was in dienst getreden op 21 augustus 2014, maar haar werkgever heeft haar arbeidsovereenkomst opgezegd met ingang van 31 januari 2017. De eiser heeft het ontslag betwist en aanspraak gemaakt op doorbetaling van haar loon, aangezien zij geen salaris meer ontving sinds februari 2017. De eiser verzocht de rechter om haar per direct weer aan het werk te stellen en om haar loon door te betalen, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente.

De rechter heeft vastgesteld dat Del-Mar de wettelijke regels voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet heeft nageleefd, waardoor het dienstverband van de eiser onafgebroken in stand is gebleven. De rechter oordeelde dat de loonvordering van de eiser toewijsbaar was, maar gematigd tot vijf maanden. De wettelijke verhoging werd gematigd tot 15% en de wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van verschuldigdheid. De rechter wees het verzoek van de eiser om haar weer aan het werk te stellen af, omdat de relatie tussen partijen te zeer verstoord was.

In de uitspraak werd Del-Mar veroordeeld tot betaling van het bruto equivalent van Afl. 2.200,00 netto per maand over de periode van 1 februari 2017 tot 1 juli 2017, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente. Daarnaast werd Del-Mar veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eiser waren begroot op Afl. 450,00 griffierrecht en Afl. 214,25 voor explootkosten, alsook Afl. 2.500,00 voor het salaris van de gemachtigde. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 5 juli 2017
Behorend bij K.G. 1129 van 2017 / AUA201700997
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiser]
wonende te Aruba,
eisers, hierna ook te noemen: [Eiser]
gemachtigde: de advocaat: mr. S.O.R.’G. Faarup
tegen:
de naamloze vennootschap
MARIEL TRADING N.V. h.o.d.n. Del-Mar Trading
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Del-Mar,
gemachtigde: mr. P.A.J. van der Biezen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 1 juni 2017;
- de brief van 14 juni 2017 met producties aan de zijde van Dal-Mar;
- de brief van 14 juni 2017 aan de zijde van Dal-Mar met een aanvullende productie;
- de pleitnota van mr. Faarup;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 15 juni 2017.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Eiser] is op 21 augustus 2014 in dienst getreden bij Del-Mar in de functie van secretaresse.
2.2
Bij brief van 30 januari 2017 heeft Del-Mar [Eiser] een beëindigingsvoorstel gedaan en de arbeidsovereenkomst opgezegd met ingang van 31 januari 2017.
2.3
Bij brief van 6 februari 2017 heeft [Eiser] de nietigheid van het ontslag ingeroepen en maakt zij aanspraak op loondoorbetaling. Tevens vraagt zij wanneer zij de werkzaamheden kan hervatten.
2.4
Vanaf februari 2017 heeft [Eiser] geen salaris meer ontvangen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Eiser] verzoekt bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, toestemming om kosteloos te procederen, haar per direct te werk te stellen op straffe van een dwangsom van
Afl. 500,00 per dag, haar loon vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente door te betalen tot aan de dag dat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd, een en ander met veroordeling van Del-Mar in de kosten van dit geding.
3.2 [
Eiser] legt aan deze verzoeken het hiervoor beschreven feitencomplex ten grondslag.
3.3
Del-Mar voert verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voorop wordt gesteld dat voor toewijzing van een vordering in kort geding reeds nu geoordeeld dient te worden dat de bodemrechter de vordering met grote mate van waarschijnlijkheid zal toewijzen. Het spoedeisende belang van [Eiser] vloeit voort uit de aard van haar verzoek.
4.2
Vast staat dat Del-Mar besloten had om de arbeidsrelatie met [Eiser] te beëindigen. Partijen waren met elkaar in onderhandeling over een afkoopsom, doch overeenstemming werd niet bereikt. Ondanks dit heeft Del-Mar [Eiser] de toegang tot het werk ontzegt vanaf 30 januari 2017 en de loonbetaling gestaakt.
4.3
Hoewel de brief van 30 januari 2017 van Del-Mar aan [Eiser] aan duidelijkheid te wensen overlaat, staat vast dat Del-Mar de wettelijke regels met betrekking tot de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met voeten heeft getreden. Del-Mar heeft geen ontslagvergunning aangevraagd, noch ontbinding verzocht. Dit heeft tot gevolg dat het dienstverband vanaf 1 februari 2017 onafgebroken in stand is gebleven. Nu [Eiser] zich beschikbaar heeft gesteld voor haar eigen werkzaamheden, heeft zij recht op doorbetaling van haar loon.
4.4
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen elkaar over en weer voorstellen gedaan ter beslechting van hun geschil. [Eiser] was bereid om het dienstverband per direct in onderling overleg te beëindigen, terwijl Del-Mar voorstelde dat [Eiser] weer zou komen werken. Hoe het ook zij, nu partijen er kennelijk niet in zijn geslaagd tot een definitieve oplossing te komen, zal de loonvordering worden toegewezen, zij het gematigd tot 5 maanden. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot 15% en de wettelijke rente wordt toegewezen steeds vanaf de datum van verschuldigdheid. De verzochte tewerkstelling wordt afgewezen, nu [Eiser] ter zitting aangaf het dienstverband te willen beëindigen en bovendien de relatie tussen partijen te zeer verstoord is.
4.5
Del-Mar wordt nu zij in het ongelijk is gesteld, in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
staat [Eiser] toe kosteloos te procederen;
5.2
veroordeelt Del-Mar te betalen het bruto equivalent van Afl. 2.200,00 netto per maand over de periode 1 februari 2017 tot 1 juli 2017, vermeerderd met de wettelijke verhoging gematigd tot 15% en met de wettelijke rente, steeds vanaf de dag dat het maandsalaris verschuldigd was;
5.2
veroordeelt Del-Mar in de kosten van de procedure, aan de zijde van [Eiser] begroot op Afl. 450,00 griffierrecht en een bedrag ad Afl. 214,25 zijnde de explootkosten, beide bedragen te voldoen aan de griffier van dit gerecht, alsmede een bedrag ad fl. 2.500,00 voor salaris gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders verzochte af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 juli 2017 in aanwezigheid van de griffier.