In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de rechter op 4 juli 2017 een beschikking gegeven in de procedure tussen [X] en de naamloze vennootschap Celltar N.V. [X], voormalig statutair directeur van Celltar, verzoekt om veroordeling van Celltar tot betaling van zijn loon en pensioenuitkering. Hij stelt dat hij tot 19 mei 2012 in dienst was van Celltar, maar dat zijn salaris vanaf 1 december 2011 niet meer is betaald. Celltar betwist de dienstbetrekking en stelt dat de pensioenbrief enkel voor fiscale doeleinden is opgesteld.
De rechter heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat [X] in dienst van Celltar is geweest, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de aard van die dienstbetrekking. Celltar heeft verweer gevoerd en stelt dat [X] onbezoldigd statutair directeur was en dat er geen salarisstroken meer zijn opgemaakt na 2006. De rechter heeft de bewijslast omgekeerd, waarbij Celltar moet bewijzen dat er geen betaalde dienstbetrekking was en dat er geen pensioentoezegging is gedaan. De rechter heeft getuigenbewijs toegelaten en een zitting gepland op 15 september 2017 voor het verhoor van getuigen.
De beschikking houdt in dat Celltar de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren en dat partijen zich moeten voorbereiden op de getuigenverhoren. De rechter heeft verder aangegeven dat de procedure voortgezet zal worden en dat verdere beslissingen worden aangehouden.