ECLI:NL:OGEAA:2017:572
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom ex artikel 53 Lar tegen de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoekers, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt, een verzoek ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (Lar). Dit verzoek is ingediend tegen de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, die in Aruba zetelt. De achtergrond van de zaak betreft eerdere uitspraken van het gerecht op 20 juni 2016 en 7 december 2016, waarin werd bepaald dat de minister binnen bepaalde termijnen een beslissing moest nemen op de bezwaren van verzoekers. Echter, bij het sluiten van het onderzoek bleek dat de minister niet had voldaan aan deze verplichtingen.
Het gerecht overweegt dat de minister geen beslissing heeft genomen op het bezwaar van verzoekers van 1 juli 2015, ondanks de eerdere uitspraken. Daarom heeft het gerecht de minister opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een reële beslissing te nemen, met de dreiging van een dwangsom van Afl. 500,- per dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van Afl. 25.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoekers, begroot op Afl. 500,-, en is de teruggave van het griffierecht van Afl. 25,- gelast.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth op 3 juli 2017, en is van belang voor de handhaving van administratieve beslissingen en de verplichtingen van bestuursorganen in Aruba.