Uitspraak
1.Heritage Development Company N.V.
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.BESLISSING
1 juli 2015;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 3 juli 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure naar aanleiding van een verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (Lar). Verzoekers, Heritage Development Company N.V. en een tweede verzoeker, hadden bezwaar gemaakt tegen een fictieve afwijzende beschikking van de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, die niet tijdig op hun bezwaar had beslist. Eerder had het gerecht in een uitspraak van 20 juni 2016 het beroep van verzoeker sub 1 gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen. Een daaropvolgende uitspraak van 7 december 2016 door het Hof had de Minister ook opgedragen om binnen vier weken een beslissing te nemen op het bezwaar van verzoeker sub 2. Ondanks deze uitspraken had verweerder nagelaten om op het bezwaar van verzoekers te beslissen.
In de uitspraak van 3 juli 2017 oordeelde het gerecht dat verweerder in gebreke was gebleven en dat er aanleiding was om een dwangsom op te leggen. Het gerecht droeg verweerder op om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een reële beslissing te nemen op het bezwaar van verzoekers, met een dwangsom van Afl. 500,- per dag dat verweerder in gebreke blijft, tot een maximum van Afl. 25.000,-. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoekers, begroot op Afl. 500,-, en werd de teruggave van het griffierecht van Afl. 25,- gelast. Deze beslissing werd uitgesproken door rechter M.E.B. de Haseth in aanwezigheid van de griffier.