ECLI:NL:OGEAA:2017:598
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot het nemen van een reële beslissing op bezwaar en opleggen van een dwangsom
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoeker, vertegenwoordigd door de advocaten mrs. A.J. Swaen en D.M. Passchier, had een verzoek ingediend tegen de Minister van Financiën en Overheidsorganisatie, omdat verweerder niet had beslist op het bezwaar van verzoeker. Het gerecht had eerder, op 24 oktober 2016, de fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van verzoeker vernietigd en verweerder opgedragen om binnen drie maanden een reële beslissing te nemen. Aangezien verweerder hieraan niet had voldaan, werd het verzoek van verzoeker gegrond verklaard.
Het gerecht overwoog dat er bij het sluiten van het onderzoek geen beslissing van verweerder op het bezwaar van verzoeker was gebleken. Daarom werd verweerder opgedragen om alsnog binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen, met de oplegging van een dwangsom van Afl. 500,- per dag dat verweerder in gebreke blijft, met een maximum van Afl. 25.000,-. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoeker, begroot op Afl. 500,-, en werd de teruggave van het griffierecht van Afl. 25,- gelast. Deze uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om tijdig en adequaat te reageren op bezwaren van burgers.