ECLI:NL:OGEAA:2017:630
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake geldleningsovereenkomst tussen Island Finance Aruba N.V. en gedaagde
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een overeenkomst van geldlening die tussen IFA en de gedaagde is gesloten. De gedaagde is in gebreke gebleven met de nakoming van de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
De procedure begon met een comparitie van partijen op 4 juli 2017, waar IFA werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. M.E.D. Brown, en de gedaagde in persoon aanwezig was. IFA vorderde een hoofdsom van Afl. 11.940,99, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkende de vordering, maar voerde aan dat persoonlijke omstandigheden hem belemmerden om aan zijn aflossingsverplichtingen te voldoen.
De rechter oordeelde dat de vordering van IFA toewijsbaar was, aangezien de gedaagde de inhoud van de vordering niet had betwist en het aannemelijk was dat IFA buitengerechtelijke incassokosten had gemaakt. De rechter wees de vordering toe, met inachtneming van een maximum voor de buitengerechtelijke kosten. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 23 augustus 2017.