In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een huurachterstand tussen de naamloze vennootschap Aqua Windies N.V. en gedaagde [XY]. De eiseres, Aqua Windies, heeft een vordering ingesteld tegen [XY] wegens een huurachterstand van Afl. 30.909,76, die voortvloeit uit een huurovereenkomst die per 11 augustus 2016 buitengerechtelijk is ontbonden. De gedaagde, [XY], heeft verweer gevoerd en tevens een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring ingediend tegen [A] en [Z]. De rechter heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat de incidentele vordering van [XY] wordt afgewezen, omdat de stelling dat de huurovereenkomst is gesloten met een VOF niet voldoende is onderbouwd. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [XY] als partij bij de overeenkomst moet worden beschouwd, nu zij handelde onder de naam van haar eenmanszaak. De zaak is aangehouden voor een comparitie, waarbij partijen in de gelegenheid worden gesteld om inlichtingen te geven en te bespreken of een minnelijke regeling mogelijk is. De uitspraak is gedaan op 23 augustus 2017, en de volgende zitting is gepland op 21 september 2017.