ECLI:NL:OGEAA:2017:644

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2017
Publicatiedatum
28 augustus 2017
Zaaknummer
A.R. 2667 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civielrechtelijke procedure inzake betekening volgens het Haags Betekeningsverdrag

In deze civielrechtelijke zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 23 augustus 2017 een vonnis gewezen in de procedure met zaaknummer A.R. 2667 van 2016. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. C.R. Foy, hebben een rechtszaak aangespannen tegen de gedaagde, die niet verschenen is. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 7 juni 2017, waarna de zaak is verwezen naar de rol voor vonnis.

De zaak betreft de betekening van een exploot aan de gedaagde, die in Orlando, Florida, Verenigde Staten van Amerika woont. Uit de overgelegde stukken door de Directie Wetgeving en Juridische Zaken blijkt dat het exploot van betekening, gedateerd op 15 november 2016, aan de gedaagde is toegezonden bij brief van 5 december 2016. De rechter heeft vastgesteld dat deze brief niet voldoet aan de voorwaarden van het Haags Betekeningsverdrag 1965, dat de regels voor de betekening en kennisgeving in het buitenland regelt.

Op basis van deze bevindingen heeft de rechter besloten het verzochte verstek te weigeren. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier, en markeert een belangrijke stap in de procedure, waarbij de naleving van internationale verdragen en de rechtsbescherming van partijen centraal staan.

Uitspraak

Vonnis van 23 augustus 2017
Behorend bij A.R. 2667 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser sub 1]
[Eiseres sub 2],
en
[Eiser sub 3],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eisers],
gemachtigde: de advocaat mr. C.R. Foy,
tegen:
[Gedaagde],
te Orlando, Florida, Verenigde Staten van Amerika,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 juni 2017;
- het faxbericht van 21 juli 2017 van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DJWZ).
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.AMBTSHALVE

2.1
Uit de door DWJZ overgelegde stukken blijkt dat het exploot van betekening van 15 november 2016, waarbij [gedaagde] werd opgeroepen te verschijnen op de zitting van 1 februari 2017, aan haar werd toegezonden bij brief van 5 december 2016.
2.2
De brief voldoet niet aan de voorwaarden van het Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken (Haags Betekeningsverdrag 1965).

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
weigert het verzochte verstek.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 augustus 2017 in aanwezigheid van de griffier.