ECLI:NL:OGEAA:2017:650

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2017
Publicatiedatum
28 augustus 2017
Zaaknummer
B.B. 2 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen betalingsbevel in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 augustus 2017 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M.E. Mohamed, heeft verzet aangetekend tegen een betalingsbevel dat op 2 november 2016 was uitgesproken. Dit betalingsbevel verplichtte de opposant tot betaling van Afl. 2.615,63 aan de geopposeerde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De opposant heeft in zijn verzetschrift gesteld dat hij het betalingsbevel pas op 16 december 2016 heeft ontvangen, en dat hij binnen de geldende termijn verzet heeft ingesteld. De geopposeerde heeft geen verweer gevoerd tegen de stellingen van de opposant.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat de opposant ontvankelijk is in zijn verzet, omdat hij tijdig heeft gereageerd. De geopposeerde heeft de stellingen van de opposant niet betwist, waardoor deze vaststaan. Het Gerecht heeft vervolgens het betalingsbevel vernietigd en de oorspronkelijke vorderingen van de geopposeerde afgewezen. Tevens is de geopposeerde veroordeeld in de proceskosten van de opposant, die zijn begroot op Afl. 250,--. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 23 augustus 2017
Behorend bij B.B. 2 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS op het verzet van:
[Opposant],
wonende in Aruba,
opposant,
hierna ook te noemen: [opposant],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
[Geopposeerde],
wonende in Aruba,
geopposeerde,
hierna ook te noemen: [geopposeerde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 11 augustus 2016 ter griffie ingediende (oorspronkelijke) verzoekschrift van [geopposeerde], met producties;
- het bij verstek uitgesproken betalingsbevel van dit Gerecht van 2 november 2016 onder zaaknummer B.B. 1901 van 2016 (hierna: het betalingsbevel waarvan verzet), waarbij [opposant] uitvoerbaar bij voorraad is bevolen tot betaling aan [geopposeerde] van Afl. 2.615,63 te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 14 februari 2013 en met buitengerechtelijk incassokosten ad Afl. 375,--, alsmede tot betaling aan [geopposeerde] van Afl. 50,-- aan proceskosten;
- de op 3 januari 2017 ter griffie ingediende conclusie van eis in oppositie annex verzetschrift van [opposant], met producties;
- de tegen [geopposeerde] verleende akte van niet dienen antwoord in oppositie.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN OPPOSITIE

2.1 [
opposant] vordert dat het Gerecht (zo het begrijpt) bij vonnis hem goed opposant verklaart, het vonnis waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende - de oorspronkelijke vorderingen van [geopposeerde] afwijst, met veroordeling van hem in de proceskosten.
2.2 [
geopposeerde] heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om verweer te voeren.
2.3
Voor zover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING IN OPPOSITIE

3.1 [
geopposeerde] heeft niet gesteld noch is gebleken dat [opposant] het betalingsbevel waarvan verzet eerder heeft ontvangen dan per deurwaardersexploot van 16 december 2016, en evenmin is gesteld of gebleken dat [opposant] eerder dan die datum kennis droeg van de inhoud van dat vonnis. Dat betekent dat [opposant] binnen de daartoe geldende termijn verzet heeft ingesteld, en daarom ontvankelijk is in zijn verzet.
3.2 [
geopposeerde] heeft (de juistheid van) de in sustenu 2 en 3 van zijn verzetschrift neergelegde bevrijdende stellingen van [opposant] niet bestreden. Die stellingen staan daarom vast, en leiden tot de slotsom dat [opposant] goed opposant zal worden verklaard, het betalingsbevel waarvan verzet zal worden vernietigd, en - opnieuw recht doende - het oorspronkelijk door [geopposeerde] gevorderde zal worden afgewezen.
3.3 [
geopposeerde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden verwezen in de proceskosten van [opposant] in oppositie, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 250,-- (1 punt van tarief 2 van het liquidatietarief, ad Afl. 250,-- per punt). De proceskosten van [opposant] in de oorspronkelijke procedure worden begroot op nihil, omdat [opposant] in die procedure niet werd bijgestaan door een daartoe door het Hof toegelaten professionele rechtsbijstandverlener.

4.DE BESLISSING IN OPPOSITIE

Het Gerecht:
-verklaart [opposant] goed opposant;
-vernietigt het betalingsbevel waarvan verzet;
en opnieuw rechtdoende:
-wijst af het oorspronkelijk door [geopposeerde] gevorderde;
-veroordeelt [geopposeerde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [opposant], tot aan deze uitspraak begroot Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op woensdag 23 augustus 2017.