Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
Het gerecht heeft evenwel onder 4.9 geoordeeld dat partijen uit hoofde van de aanneemovereenkomst en een addendum daarop van 23 mei 2016 een fatale termijnen overeengekomen waren. Kennelijk heeft het gerecht die datum op uiterlijk 26 juli 2016 of zeer kort daarna gezet [1] . Dat is geen misslag. Bovendien heeft het gerecht – kennelijk ten overvloede – overwogen dat gezien de matige tot slechte prestaties [gedaagde] niet gehouden was om Arcon extra tijd te gunnen om alsnog na te komen. Zelfs al zou geen sprake zijn van een fatale termijn zou een ingebrekestelling volgens het gerecht kennelijk geen nut hebben gehad zodat Arcon geen belang had zich daarop te beroepen. Ook dat is geen misslag.