ECLI:NL:OGEAA:2017:661
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Hoger beroep
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beschikking op een verzoek om een precariovergunning voor het plaatsen van strandvoorzieningen
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap HIM (ARUBA) N.V. een beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beschikking op haar verzoek om een precariovergunning voor het plaatsen van strandvoorzieningen, waaronder een towelhut, tent palapas, en strandstoelen, op gronden gelegen voor het Holiday Inn. Het verzoek om de vergunning werd op 29 april 2016 ingediend, maar er werd geen beschikking afgegeven. Hierop heeft appellante op 16 september 2016 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing. Aangezien verweerder geen verweerschrift indiende, heeft het gerecht de zaak op 15 juni 2017 behandeld, waarbij zowel appellante als verweerder vertegenwoordigd waren.
Het gerecht heeft overwogen dat het uitblijven van een beschikking op het verzoek van appellante gelijkgesteld kan worden met een afwijzende beschikking, zoals bedoeld in de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (Lar). De rechter heeft vastgesteld dat er geen wettelijke grondslag is voor het weigeren van de precariovergunning, behalve in verband met de handhaving van de openbare orde en veiligheid, en ter bescherming van het milieu. De rechter heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.
De uitspraak, gedaan door mr. M.E.B. de Haseth, werd op 28 augustus 2017 openbaar gemaakt. Verweerder werd ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellante en tot teruggave van een eerder betaald bedrag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing moet worden ingesteld.