ECLI:NL:OGEAA:2017:682

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 augustus 2017
Publicatiedatum
4 september 2017
Zaaknummer
K.G. nr. 1643 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over huurachterstand en ontruiming van een woning

In deze zaak heeft eiseres, wonende te Aruba, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die eveneens in Aruba woont, wegens huurachterstand en de vordering tot ontruiming van de gehuurde woning. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 augustus 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 24 augustus 2017. Gedaagde is niet verschenen tijdens de zitting.

Eiseres vorderde dat gedaagde de woning onmiddellijk zou ontruimen en de achterstallige huur van Afl. 3.893,-- zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechter oordeelde dat het spoedeisend belang van eiseres bij de ontruiming evident was, aangezien gedaagde geen verweer had gevoerd. De rechter heeft bepaald dat gedaagde een termijn van 14 dagen na betekening van het vonnis krijgt om de woning te ontruimen.

De rechter heeft ook verduidelijkt dat eiseres de ontruiming niet zelf mag uitvoeren, maar dat de deurwaarder dit kan doen indien gedaagde niet vrijwillig meewerkt. De rechter heeft de vordering tot machtiging voor eiseres om zelf de ontruiming te bewerkstelligen afgewezen, omdat de deurwaarder voldoende bevoegdheden heeft om de ontruiming uit te voeren.

Tot slot is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 450,-- aan griffierechten en Afl. 449,20 aan deurwaarderskosten. Het vonnis is uitgesproken op 30 augustus 2017 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 30 augustus 2017
Behorend bij K.G. nr. 1643 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
tussen:
[Eiseres],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: eiseres,
procederend in persoon,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 7 augustus 2017;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 24 augustus 2017.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagde huurt van eiseres de woning gelegen te [adres] in Aruba tegen een huurprijs van Afl. 1.000,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2
Gedaagde had tot en met 23 juni 2017 een huurachterstand die Afl. 3.893,-- bedroeg.
2.3
Eiseres heeft bij exploot van 2 mei 2017 gedaagde aangezegd dat hij in verzuim is getreden door de verschuldigde huurpenningen niet, of niet geheel te hebben voldaan en heeft gedaagde gesommeerd het gehuurde te verlaten. Gedaagde heeft daaraan niet voldaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad dat het Gerecht gedaagde veroordeelt:
a. het pand onmiddellijk na betekening van het in deze te wijzen vonnis te ontruimen, met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover de laatste geen eigendom van eiseres;
zijn, en het pand onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van eiseres, onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,-- voor elke dag of deel daarvan dat gedaagde dat ontruimingsbevel niet nakomt; en met machtiging van eiseres om zo nodig die ontruiming zelf te bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
om aan eiseres te betalen het bedrag van Afl. 3.893,-- aan achterstallige huur en kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 10 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de nog te vervallen huurtermijnen;
tot de kosten van het geding.
3.2
Gedaagde heeft geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang van eiseres bij haar vorderingen ligt besloten in de aard van die vorderingen.
4.2
De gevorderde ontruiming is, nu deze niet door gedaagde is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, toewijsbaar in na te noemen zin, met dien verstande dat gedaagde een termijn van 14 dagen na betekening van dit vonnis zal worden gegund om de woning te ontruimen.
4.3
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat eiseres de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiseres heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagde niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft eiseres dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagde wordt betekend, en dat aan gedaagde overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien gedaagde medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft eiseres geen belang bij de verzochte machtiging. De gevorderde machtiging wordt dan ook afgewezen.
4.4
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden tot op heden begroot op Afl. 450,-- aan griffierechten en Afl. 449,20 aan deurwaarderskosten.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- veroordeelt gedaagde om binnen veertien (14) dagen na betekening van dit vonnis de woning gelegen aan [adres] in Aruba te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen, tenzij deze zaken van eiseres zijn, en de sleutels af te geven aan eiseres onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,-- voor elke dag of deel daarvan dat gedaagde na veertien (14) dagen na betekening van dit vonnis dat ontruimingsbevel niet nakomt;
- veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van Afl. 3.893,-- aan achterstallige huur en kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 10 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening alsmede te vermeerderen met iedere na april 2017 verschenen of nog te verschijnen huurtermijnen van ieder maandelijks Afl. 1.000,-- voor het geval gedaagde dan de woning niet heeft ontruimd;
- veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op Afl. 450,- aan griffierechten en Afl. 457,20 aan deurwaarderskosten;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 augustus 2017 in aanwezigheid van de griffier.