ECLI:NL:OGEAA:2017:702

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
11 september 2017
Zaaknummer
A.R. nr. 1740 van 2014 /AUA201400116
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoge contractuele rente en proceskostencompensatie in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) tegenover een gedaagde, aangeduid als [Guzman]. De zaak betreft een geschil over een contractuele rente die door IFA was bedongen, welke aanzienlijk hoger was dan het door het Gerecht aanvaardbare percentage van 18% jaarlijks of 1,5% maandelijks. De procedure kende een verloop dat tot een tussenvonnis op 12 april 2017 leidde, waarna verdere akten zijn genomen door beide partijen. Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 6 september 2017 geoordeeld dat de door IFA gevorderde vergoeding voor kosten van voldoening buiten rechte niet toewijsbaar is, omdat [Guzman] terecht geen gehoor heeft gegeven aan de incassopraktijk van IFA. Het Gerecht heeft de subsidiaire vordering van IFA, die betrekking had op de gemaximeerde rente, toegewezen, omdat [Guzman] deze niet heeft bestreden. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 6 september 2017
Behorend bij A.R. nr. 1740 van 2014 /AUA201400116
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: IFA,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba te [adres],
gedaagde,
hierna ook te noemen: [Guzman],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 12 april 2017 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-de door [Guzman] genomen akte houdende uitlatingen;
-de op 14 juni 2017 door IFA genomen antwoordakte.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenvonnissen neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
Bij het laatste tussenvonnis heeft het Gerecht [Guzman] in de gelegenheid gesteld om bij akte te reageren op de door IFA in haar antwoordconclusie na deskundigenbericht onder 8. gewijzigde eis (en dat met name met betrekking tot de subsidiaire eis, ter zake van welke eis IFA naar het oordeel van het Gerecht het maximaal aanvaarbare rentepercentage van 1,5% maandelijks lijkt toe te passen). De door [Guzman] in dit verband genomen akte omvat maar liefst vier pagina’s A-4 (met producties), doch het Gerecht is met IFA van oordeel dat het uitvoerige betoog van [Guzman] niet heeft te gelden als een reactie op bedoelde door IFA gewijzigde eis. Dat betoog blijft daarom - als niet ter zake doende - buiten beschouwing.
2.3
Vorenstaande brengt mee dat [Guzman] de juistheid van bedoelde gewijzigde (subsidiaire) eis van IFA niet heeft bestreden. Die subsidiaire vordering, die het Gerecht ook ter zake van de in rekening gebrachte (gemaximeerde) rente juist voorkomt, zal daarom worden toegewezen als na te melden.
2.4
Uit de uitkomst van deze procedure volgt dat IFA buiten rechte een veel te hoog bedrag heeft getracht te incasseren bij [Guzman], en het is niet onbegrijpelijk en terecht dat [Guzman] geen gehoor heeft gegeven aan die incassopraktijk. Dit één en ander brengt met zich dat het Gerecht geen grond ziet voor toewijzing van de door IFA gevorderde vergoeding voor kosten van voldoening buiten rechte.
2.5
In de uitkomst van deze procedure, partijen zijn over en weer in het (on)gelijk gesteld, ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt. Hierbij wordt overwogen IFA de door haar voorgeschoten kosten van de deskundige moet dragen, omdat het rapport van de deskundige heeft uitgewezen dat IFA, anders dan door haar gesteld, jegens [Guzman] een (heel veel) hogere contractuele rente heeft bedongen dan het maximaal door dit Gerecht, althans ondergetekende rechter, aanvaardbaar geoordeelde percentage van 18% jaarlijks of 1,5% maandelijks.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [Guzman] om tegen behoorlijke kwijting aan IFA te betalen Afl. 6.702,58, te vermeerderen met de gematigd of gemaximeerd vastgestelde rente van 1,5% maandelijks gerekend vanaf 31 januari 2014 tot een maximum van Afl. 6.119,15, en na het bereiken van dit maximum te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.