In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 19 september 2017, wordt het verzoek tot ontkenning van het vaderschap behandeld. De verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. C.F. Foy, heeft samen met de juridische vader en de moeder ingestemd met het verzoek. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 25 april 2017 en is verder behandeld tijdens een mondelinge zitting op 27 juni 2017. Tijdens deze zitting waren de verzoekster, de moeder en een vertegenwoordiger van de Voogdijraad aanwezig.
De rechter overweegt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om de termijn van artikel 1:200, lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) toe te passen, waardoor de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard zou worden. Aangezien alle betrokken partijen instemden met de ontkenning van het vaderschap, wordt het verzoek toegewezen. De beslissing houdt in dat de ontkenning van het vaderschap van de juridische vader, geboren op een bepaalde datum in Aruba, wordt gegrond verklaard. De beschikking is ondertekend door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.