ECLI:NL:OGEAA:2017:748

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 september 2017
Publicatiedatum
28 september 2017
Zaaknummer
K.G. 1790 van 2017/AUA201702078
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot rectificatie afgewezen in kort geding tussen Alpha Printing N.V. en TERA NEWS N.V. h.o.d.n. HEADLINES GROUP

In deze zaak, die op 20 september 2017 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde Alpha Printing N.V. in kort geding rectificatie van een publicatie op de website 24ora.com door TERA NEWS N.V. h.o.d.n. HEADLINES GROUP. De publicatie, die op 16 augustus 2017 verscheen, bevatte beschuldigingen van belangenverstrengeling en onrechtmatige verrijking van Alpha Printing en haar directeur, [Eiser 2], in verband met de voormalige minister van transport, [Voormalig Minister van Transport]. Alpha Printing stelde dat de publicatie onrechtmatig was en schade veroorzaakte, terwijl Headlines zich verweerde door te stellen dat de publicatie onder de journalistieke vrijheid viel.

De voorzieningenrechter overwoog dat de vrijheid van meningsuiting een essentieel recht is in een democratische samenleving en dat journalistieke uitingen, ook als ze schokkend of beledigend zijn, in beginsel beschermd zijn. De rechter voerde aan dat de publicatie niet primair gericht was op Alpha Printing, maar op de voormalige minister, en dat de beschuldigingen van belangenverstrengeling en onrechtmatige verrijking van groot belang zijn voor de transparantie van het landsbestuur. De rechter concludeerde dat Headlines niet onrechtmatig had gehandeld en wees de vorderingen van Alpha Printing af, waarbij deze ook werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de afweging tussen de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de goede naam en reputatie van individuen en bedrijven, en bevestigt dat journalistieke uitingen in het algemeen een belangrijke rol spelen in het publieke debat, vooral in situaties van vermeende belangenverstrengeling.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 20 september 2017
Behorend bij K.G. 1790 van 2017/AUA201702078
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ALPHA PRINTING N.V.,
en
Eiser 2,
gevestigd/wonende in Aruba,
eisers, hierna ook te noemen: Alpha Printing c.s. respectievelijk Alpha Printing en [Eiser 2],
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
de naamloze vennootschap
TERA NEWS N.V. h.o.d.n. HEADLINES GROUP,
gevestigd in Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Headlines,
gemachtigde: de advocaat mr. G.F. Croes.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 24 augustus 2017;
  • de pleitaantekening van Alpha Printing c.s.;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 8 september 2017;
  • de door partijen ingezonden faxbrieven met producties;
  • de pleitaantekening van Heandlines Group;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 11 september 2017.
1.2
Aan partijen is medegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Headlines is exploitant van de website 24ora.com. De website 24ora.com heeft op 16 augustus 2017 op internet de volgende artikel gepubliceerd:
Socio-amigo di [Voormalig Minister van Transport] a haya mas di cuart miyon di Arubus.
“E compania Alpha Printing maneha pa [Eiser 2] como director, kende ta socio y amigo di [Voormalig Minister van Transport], ta responsabel pa un entrada di Afl. 272.636,- entre aña 2013, 2014, 2015 y 2016. Pa casualidad, a lanta e compania dia 28 september 2012 specialmente pa por atende cu printing di sticker.
Documentonan cu a Sali ta mustra cifranan y gastonan di e compania nacional di transporte, ta mustra cu Alpha Printing ta un di e gastonan di mas halto den e compania, cu de facto ta casi bancarota, si no ta pa e inyeccion financier di Gobierno.
E asunto aki ta bira mas serio, ora tene na cuenta cu pareha di [Eiser 2], tabata representa Gobierno den Hunta di Supervision di Arubus. [Levenspartner van eiser 2] siendo den Hunta di Supervision tin acceso na informacion, na tumamento di decision y por influencia direccion cu e compania di transporte ta hiba. Den esey ta duna trabou directamente na su pareha, pa cual ta motibo mesora pa sospecha cu esaki ta un asunto di conflict di interes serio.
E documentonan ta demonstra con e gastonan aki ta hinca den otro, specialmente mirando cu tin indicacion y sospecho di enrikesemento personal di e amigo cerca y alabes socio di ex Minister [Voormalig Minister van Transport]. E compania aki ta por lo menos un di e formulanan di entrada di [Eiser 2], sin conta otro companianan riba nomber di su pareha y su tata, cu ta traha cu specialmente departamentonan y companianan estatal cu tabata serorta bou di Ministerio di [Voormalig Minister van Transport].
Separa di Arubus, ta analisando mas companianan di Gobierno, pa mira unda mas ta nota gastonan halto, cu lo por lanta e sospecho di abuso di gastonan halto riba cuenta di Gobierno dedica exclusivamente na e companianan masha cerca na e amigo di e mandatario, cu despues di 2009 a tuma su compania over, manera [Voormalig Minister van Transport] mes a bisa publicamente.”
2.2
Op 18 augustus 2017 is Headlines Group door de gemachtigde van Alpha Printing c.s. gesommeerd om per direct de publicatie van de 24ora.com website te verwijderen en om binnen 24 uur de publicatie te rectificeren. Headlines heeft daar echter niet aan voldaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Alpha Printing c.s. vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, dat het gerecht Headlines beveelt om binnen twee (2) uur na betekening van dit vonnis bovenstaande publicatie van de website 24ora.com te verwijderen en binnen vierentwintig (24) uur na betekening van dit vonnis te rectificeren op de website 24ora.com conform de door Alpha Printing c.s. opgemaakte tekst, op verbeurte van een dwangsom en kosten rechtens.
3.2
Alpha Printing grondt de vordering erop dat Headlines met deze publicatie de grenzen van de journalistieke vrijheid heeft overschreden en daarmee onrechtmatige jegens Alpha Printing c.s. heeft gehandeld. Alpha Printing stelt schade te lijden door de publicatie.
3.3
Headlines voert verweer met vordering tot veroordeling van Alpha Printing tot vergoeding van de proceskosten.
3.4
Op de stellingen van partijen zal, voor zover voor de beoordeling van belang, in het hiernavolgende worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voorop wordt gesteld dat toewijzing van de door Alpha Printing c.s. verzochte rectificatie een beperking vormt op het grondrecht van vrijheid van meningsuiting dat aan eenieder, derhalve ook aan Headlines, op grond van het eerste lid van artikel I.12 van de Staatsregeling van Aruba en het in de Arubaanse rechtsorde rechtstreeks doorwerkende eerste lid van artikel 10 van het EVRM toekomt. Dit grondrecht geldt volgens voormeld artikel van de Staatsregeling van Aruba “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens landsverordening” en kan volgens het tweede lid van voormeld verdragsartikel slechts worden beperkt indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen. Van een toelaatbare beperking die in Aruba bij (formele) wet is voorzien is sprake wanneer de uitlatingen van Headlines jegens Alpha Printing c.s. onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW. Bij een botsing tussen enerzijds het door de Staatsregeling en artikel 10 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) gewaarborgde recht op vrijheid van meningsuiting van Headlines en anderzijds het door de Staatsregeling en artikel 8 EVRM beschermde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van Alpha Printing c.s. – waaronder het door haar ingeroepen recht op bescherming van de goede naam/reputatie is begrepen – moet het antwoord op de vraag welk van deze beide rechten in het concrete geval zwaarder weegt, worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval. Bij deze afweging geldt niet als uitgangspunt dat voorrang toekomt aan het door de Staatsregeling en artikel 10 EVRM gewaarborgde recht. Voor de door de Staatsregeling en artikel 8 EVRM beschermde rechten geldt hetzelfde. Dit brengt met zich dat het hier niet gaat om een in twee fasen te verrichten toetsing (aldus dat eerst aan de hand van de omstandigheden moet worden bepaald welk van beide rechten zwaarder weegt, waarna vervolgens nog moet worden beoordeeld of de noodzakelijkheidstoets als neergelegd in artikel 8 lid 2 respectievelijk 10 lid 2 EVRM zich verzet tegen het resultaat van die afweging), maar dat deze toetsing in één keer dient te geschieden, waarbij het oordeel dat een van beide rechten, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van het desbetreffende lid 2. Daarnaast moet het gerecht de situatie ex nunc beoordelen, dat wil zeggen: oordelen naar de toestand zoals die zich voordoet ten tijde van de beslissing.
4.2
Bij het bovenstaande speelt een rol dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de vrijheid van meningsuiting ziet als een essentiële bouwsteen voor een democratische samenleving, waarin de pers de vitale rol van publieke waakhond vervult. Uitingen in de pers mogen om die reden in beginsel ook schokkend, verontrustend of beledigend zijn. De wijze waarop de pers te werk gaat bij de vervulling van zijn functie als “public watchdog”, is in beginsel vrij (journalistieke vrijheid). Daarbij dient ook te worden gewaakt tegen het zogeheten “chilling effect” dat van te ruime beperking van het recht van meningsuiting in een twijfel geval kan uitgaan op volgende gevallen van meningsuiting waarin op het moment van publicatie enige twijfel kan bestaan over de juistheid van het gepubliceerde. De voorzieningenrechter overweegt bovendien dat onderzoeksjournalistiek, zoals de onderhavige, niet zelden leidt tot indringende publicaties, getoonzet in soms opgeklopte en wellicht overdreven bewoordingen met de bedoeling om de conclusies die de onderzoeksjournalist trekt te benadrukken en enigszins uit te vergroten. Voor zover de grenzen van het toelaatbare daarbij niet worden overschreden en het lijdend voorwerp van de publicatie voldoende gelegenheid krijgt om weerwoord te geven, voorziet dit soort journalistiek in een maatschappelijke taak en behoefte die niet snel tot onrechtmatigheid zal leiden. Dat de publicatie voor de aangesprokene onaangenaam of zelfs schadelijk kan zijn, is een consequentie die voortvloeit uit de grote ruimte die in een democratische en vrije samenleving als de onze aan de vrijheid van meningsuiting via de pers toekomt. In het bijzonder in de Arubaanse samenleving geldt daarbij dat de pers een belangrijke functie vervult in het in de openbaarheid brengen van belangenverstrengeling van de politiek – ongeacht de politieke signatuur – en het bedrijfsleven en zo een bijdrage kan leveren aan de transparantie van het landsbestuur.
4.3
De criteria waar de publicatie concreter aan kan worden getoetst zijn nader uitgewerkt in de rechtspraak. Deze kunnen nog steeds behulpzaam zijn om tot een oordeel te komen. Zo wordt in de rechtspraak een aantal omstandigheden gehanteerd, te weten: a) de aard van de gepubliceerde verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie de verdenkingen betrekking hebben; b) de ernst -bezien vanuit het algemeen belang- van de misstand welke de publicatie aan de kaak beoogt te stellen; c) de mate waarin ten tijde van de publicatie de verdenkingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal; d) de inkleding van de verdenkingen, gezien in verhouding tot onder a. t/m c. bedoelde factoren; e) de mate van waarschijnlijkheid dat, ook zonder de verweten publicatie via de pers, in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere, voor de wederpartij minder schadelijke wegen met een redelijke kans op succes bereikt had kunnen worden; f) een mogelijke beperking van het door de perspublicatie te veroorzaken nadeel voor degene die erdoor wordt getroffen, in verband met de kans dat het betreffende stuk, ook zonder de verweten terbeschikkingstelling aan de pers, in de publiciteit zou zijn gekomen. De opsomming van de omstandigheden is niet limitatief. Ook andere omstandigheden kunnen gewicht in de schaal leggen, zoals g) de aard van het medium, h) de omvang van het (ontvangende) publiek, i) het gezag van wie de uitlating afkomstig is, j) de vraag of het gaat om feitelijke berichtgeving of waardeoordelen en de h) vraag of is gehandeld in overeenstemming met journalistieke richtlijnen.
4.4
De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de aard van de vordering voortvloeit dat de zaak spoedeisend is. Het artikel is immers nog steeds op internet raadpleegbaar.
4.5
In dit geval gaat het om een publicatie op internet op een veel geraadpleegde website (criterium a). De publicatie is niet primair gericht op Alpha Printing c.s. maar (b en d) vooral op voormalig minister van transport [Voormalig Minister van Transport] (verder: [Voormalig Minister van Transport]). Het artikel stelt een (mogelijk) gebrek aan transparantie en (mogelijk) concurrentie aan de orde bij het contracteren door een overheids-N.V. die mede wordt gefinancierd met algemene middelen en een (mogelijk) belangenconflict tussen [Voormalig Minister van Transport] als verantwoordelijk minister en als particulier. Die (mogelijke) belangenverstrengeling wordt geplaatst in een breder verband van belangenverstrengeling tussen de desbetreffende (voormalige) minister en het bedrijfsleven, meer in het bijzonder rond het verschaffen van licenties voor het gebruik van het logo ‘Aruba’. Dat zijn ernstige (mogelijke) misstanden waarvan het – zeker in verkiezingstijd, zoals op dit moment – van groot belang is dat zij aan de orde kunnen worden gesteld (a en f).
4.6
Alpha Printing c.s. klagen over feitelijke onjuistheden en ongegronde kwalificaties. In de eerste plaats stellen zij dat Alpha Printing2 geen vriend (amigo) of (zaken)partner (socio) van [Voormalig Minister van Transport] is.
Headlines wijst erop dat een en ander een algemeen bekend feit is en onderbouwt dat verweer. Zij merkt verder op dat het artikel moet worden gelezen in verband met vragen rond de contracten met betrekking tot het ontwerp en de exploitatie van het logo ‘Aruba’.
4.7
Headlines (in het kader van toetsing aan criterium c) wijst erop dat de levenspartner van [Eiser 2], mw. [Levenspartner van eiser 2], samen met de echtgenote van [Voormalig Minister van Transport] in maart 2002 een vennootschap onder firma heeft opgericht geheten Graphi-x and beyond, welke vennootschap zich bezighield met het ontwerpen, vervaardigen en verhandelen van reclameborden en -artikelen. Desgevraagd ter zitting is zijdens Alpha Printing c.s. meegedeeld dat mw. [Levenspartner van eiser 2] juriste is. Van affiniteit van mw. [Levenspartner van eiser 2] met het doel van de vennootschap – het ontwerpen, vervaardigen en verhandelen van reclameborden en -artikelen is niet gebleken. Alpha Printing c.s. hebben dat evident wel. Over de (professionele) achtergrond van de echtgenote van [Voormalig Minister van Transport] konden Alpha Printing c.s. geen mededelingen doen. Van affiniteit van haar met de bedrijfstak waarop de vennootschap actief was, is in ieder geval niet gebleken. Daarnaast heeft mw. [Levenspartner van eiser 2] de eenmansonderneming Graphix and beyond opgericht in oktober 2002. Naast zijzelf was de echtgenote van [Voormalig Minister van Transport] daarvan gemachtigde (full proxy). Beide ondernemingen stonden geregistreerd op een adres (Avenida Don Milio Croes 25) waarop ook gevestigd is de onderneming Lemelitos N.V. (Drop ’n nuts shop) waarvan de schoonmoeder van [Voormalig Minister van Transport] directrice is en welk pand haar in eigendom toebehoort. Op dat adres is ook gevestigd de firma Damox N.V. waarvan [Eiser 2] directeur is. Aan Damox is door de publiekrechtelijke rechtspersoon Aruba Toerism Authority, verder: ATA (via Graphix and beyond [1] ) blijkens een verklaring van 18 augustus 2011 licentie verleend voor het exclusief gebruik (“branding”) van het bekende Aruba-logo van ATA. De ATA viel destijds onder verantwoordelijkheid van [Voormalig Minister van Transport]. Volgens een op 24 juni 2011 gepubliceerde mededeling van de ATA zou de “permiso pa commercialisacion di mecanancianan cu e logo di Aruba” overigens zijn verstrekt aan Graphix & Beyond, gevestigd: Avenida Milo J. Croes 25, de onderneming van mw. [Levenspartner van eiser 2].
4.8
Hoewel de conclusie dat [Eiser 2] vriend en zakenpartner van [Voormalig Minister van Transport] is op basis van deze omstandigheden wat lichtvaardig lijkt te zijn getrokken, heeft Headlines hiermee naar oordeel van de voorzieningenrechter, gezien de bovenstaande ruime grenzen van de vrijheid van meningsuiting, niet onrechtmatig gehandeld. Er zijn immers voldoende vraagtekens te stellen bij de verwevenheid tussen het gezin [Eiser 2] en het echtpaar [Voormalig Minister van Transport]. Headlines mag die kwestie op scherp zetten door de banden, wellicht met overdrijving, te kwalificeren als vriendschaps- en/of zakelijke banden (criterium j).
4.9
Ten tweede betogen Alpha Printing c.s. dat mw. [Levenspartner van eiser 2], die destijds lid en op enig moment voorzitter van de Raad van Commissarissen van Arubus was en als zodanig door de regering waarvan [Voormalig Minister van Transport] toen nog deel uit maakte was benoemd, geen invloed had op de beslissing van de directie van Arubus om met Alpha Printing contracteren.
4.1
Dat mw. [Levenspartner van eiser 2] als lid van de Raad van Commissarissen over informatie van Arubus en de door de directie genomen beslissingen kan beschikken zoals in de publicatie staat is evident. Dat is immers onderdeel van haar toezichthoudende taak. Binnen die taak kan een lid van de Raad van Commissarissen ook de richting die de directie met de onderneming uit wil (indirect) beïnvloeden. Een directie zal immers niet snel beslissingen nemen die naar verwachting zullen leiden tot een geschil met de Raad van Commissarissen. Die mededeling is dus niet fout. Dat dat in een kleine samenleving als de Arubaanse relatief snel kan leiden tot ongewenste belangenverstrengeling is een conclusie die ook niet fout is. Partijen twisten dan over de precieze betekenis van de zinsnede “Den esey ta duna trabou directamente na su pareha”. Volgens Headlines wordt hiermee aangegeven dat op een gegeven moment bepaalde opdrachten aan Alpha Printing c.s. kunnen worden gegeven. Volgens Alpha Printing c.s. wordt de suggestie gewekt dat om die reden aan Alpha Printing door Arubus al opdrachten zijn gegeven. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat onvoldoende blijkt, dat de gemiddelde lezer van het desbetreffende artikel de zin zo zal opvatten, dat de omzet in de jaren 2013 tot en met 2016 mede is gerealiseerd door het feit dat mw. [Levenspartner van eiser 2] als lid van de Raad van Commissarissen heeft bewerkstelligd dat opdrachten van Arubus aan Alpha Printing werden gegeven.
4.11
Het derde bezwaar dat Alpha Printing c.s. tegen de publicatie hebben is dat geschreven wordt dat Alpha Printing c.s. zich hebben verrijkt.
4.12
Dat staat echter niet in het desbetreffende artikel. De tekst maakt duidelijk dat de schrijver zich zorgen maakt over, naar moet worden aangenomen onrechtmatige, verrijking van vrienden en zakenrelaties van [Voormalig Minister van Transport] ten koste van overheids-N.V.’s en stelt in dat verband de opdrachten aan Alpha Printing door Arubus aan de orde. Dat is in het licht van de hiervoor opgesomde toetsingscriteria niet onrechtmatig.
4.13
Ten slotte maken Alpha Printing c.s. bezwaar tegen de opmerking dat de vader van [Eiser 2] bedrijven ‘op zijn naam’ heeft staan dan wel daarvan aandeelhouder is.
4.14
Onvoldoende toegelicht is waarom dat onrechtmatig jegens Alpha Printing c.s. zou zijn.
4.15
Voorts speelt nog dat Alpha Printing c.s., althans [Eiser 2] mede in zijn hoedanigheid van directeur van Alpha Printing, meermaals de gelegenheid te baat hebben genomen om weerwoord te voeren waarbij meespeelt dat [Eiser 2] directeur is van het radiostation Power FM 101.7 en daar weerwoord heeft gevoerd. Verder heeft ook Arubus haar, Alpha Printing c.s. ondersteunende, visie op de kwestie gegeven. Ten slotte is ook door Headlines aandacht aan het weerwoord van Alpha Printing c.s. gegeven (criterium h).
4.16
De vorderingen zullen daarom worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partijen zullen Alpha Printing c.s. de proceskosten van Headlines moeten vergoeden. .

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt Alpha Printing c.s. in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Headlines tot op heden begroot op Afl. 1.500,-;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Het overgelegde persbericht van ATA maakt niet duidelijk of het hier gaat om de eenmansonderneming van [Levenspartner van Eiser 1] of de in september 2011 opgerichte G&B Grafhix and beyond N.V. waarvan [Levenspartner van Eiser 1] directrice is.