ECLI:NL:OGEAA:2017:750

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 september 2017
Publicatiedatum
2 oktober 2017
Zaaknummer
268-2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van diefstal met geweld en afpersing; onvoldoende bewijs voor medeplegen

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1995 en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 september 2017 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van medeplegen van diefstal met geweld, afpersing en voorbereiding van een poging tot zware mishandeling. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van dertig maanden. Tijdens de zittingen op 12 mei en 25 augustus 2017 heeft de verdediging betoogd dat de verdachte enkel aanwezig was in de auto die gebruikt werd voor het misdrijf, maar niet daadwerkelijk heeft deelgenomen aan de uitvoering ervan.

De tenlastelegging omvatte het wegnemen van goederen van een slachtoffer, waarbij geweld en bedreiging met geweld aan de orde waren. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet substantieel heeft bijgedragen aan de uitvoering van het strafbare feit. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verdachte weliswaar aanwezig was, maar geen actieve rol heeft gespeeld in de uitvoering van de diefstal of afpersing. De verklaringen van medeverdachten ondersteunden deze lezing, waarbij bleek dat de verdachte terug in de auto stapte toen de andere medeverdachten het slachtoffer benaderden.

Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen, aangezien de verdachte geen substantiële bijdrage heeft geleverd aan het strafbare feit. De verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, en het bevel tot gevangenhouding werd opgeheven, met onmiddellijke invrijheidstelling als gevolg.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteland],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 12 mei en 25 augustus 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.O.R.G. Faarup.
De officier van justitie, mr. W. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het primaire feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de gevorderde en toegewezen wijziging, tenlastegelegd:
dat hij op of omstreeks 22 januari 2017 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon en/of
- een tas inhoudende een laptop en/of een (of meer) headphone(s) en/of een (of meer) geheugendrager(s),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijker te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk(e) geweld en/of bedreiging met geweld onder meer hieruit bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of met dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben gezwaaid en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben gericht (gehouden) en/of tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: “Dame todo tus cosas. Dinero bolsa y telefono” en/of “Dame tu telefono, dinero todo”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een mobiele telefoon en/of
- een tas inhoudende een laptop en/of een (of meer) headphone(s) en/of een (of meer) geheugendrager(s),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) geweld en/of bedreiging met geweld onder meer hieruit bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of met dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben gezwaaid en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die [slachtoffer] heeft/hebben gericht (gehouden) en/of tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd/geschreeuwd: “Dame todo tus cosas. Dinero bolsa y telefono” en/of “Dame tu telefono, dinero todo”, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
(artikel 2:291, althans artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ter zake het vorenstaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
dat hij op of omstreeks 22 januari 2017 in Aruba tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, namelijk een zware mishandeling met voorbedachten rade (van [slachtoffer]), althans een poging daartoe, opzettelijk een of meer messen en/of een of meer vuurwapens en/of een of meer schroevendraaiers en/of een vervoermiddel (te weten een [automerk]), bestemd tot het begaan van dat misdrijf, verwierf of voorhanden had.
(artikel 2:276 jᵒ 2:120 WvSr)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Vrijspraak
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Ter toelichting dient het volgende.
De verdediging heeft betoogd dat verdachte van de hem tenlastegelegde diefstal met geweld c.q. afpersing dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft - samengevat - daartoe aangevoerd dat verdachte bij de voorbereiding van de tenlastegelegde strafbare gedraging aanwezig is geweest, doch dat hij niet aan de voltooide gedraging heeft deelgenomen.
Uit het strafdossier komt het volgende naar voren.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat een Arubaan hem gevraagd had hoeveel hij wilde hebben om een ‘vuelta’ te plegen. Op de vraag van medeverdachte [medeverdachte 1] aan de betrokken Arubaan wat de ‘vuelta’ precies inhield, antwoordde de Arubaan dat hij [slachtoffer] van de [naam bedrijf] voor hem moest mishandelen. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft hem toen geantwoord dat hij hiervoor Afl. 750,00 wenste te ontvangen. De Arubaan ging hiermee akkoord en medeverdachte [medeverdachte 1] ontving Afl. 400,00 als voorschot. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft dit plan vervolgens voorgelegd aan verdachte, ‘[roepnaam medeverdachte 2]’ (medeverdachte [medeverdachte 2]), ‘en ‘[roepnaam medeverdachte 4]’ (medeverdachte [medeverdachte 4]). Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft aan hen gevraagd of zij bereid waren om samen met hem [slachtoffer] te mishandelen. Allen gingen akkoord met dit voorstel, omdat medeverdachte [medeverdachte 1] hen iets in het vooruitzicht stelde. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] wordt in grote lijnen ondersteund door de verklaringen van de medeverdachten.
Toen verdachte en medeverdachten vanuit de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] vertrokken, was het doel om het slachtoffer in elkaar te slaan. Nadat medeverdachte [medeverdachte 2] bericht ontving dat het slachtoffer er aan kwam, is verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] uit de auto gestapt. Toen hij zag dat medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] op het slachtoffer afrenden en met iets zwaaiden, werd hij bang en is hij terug in de auto gestapt. De lezing van verdachte wordt ondersteund door de aangifte waarbij de aangever heeft verklaard dat hij door twee mannen werd gevolgd, alsmede door de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4]. Deze medeverdachten hebben verklaard dat zij achter het slachtoffer zijn aangerend, die zodanig schrok dat hij zijn tas en mobiele telefoon spontaan afstond.
medeplegen
Het strafbare feit is primair als medeplegen ten laste gelegd. Voor medeplegen van een strafbaar feit is een nauwe en bewuste samenwerking tussen de daders vereist. Dit impliceert dat hun opzet gericht is op het gezamenlijk verrichten van de strafbare gedraging. Hiervoor is nodig dat ieder van hen
substantieel- zij het intellectueel of materieel - bijdraagt aan de verwezenlijking van het door hen beoogde strafbare feit. Die bijdrage wordt in de regel geleverd tijdens het plegen van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van dat feit. Die bijdrage kan echter worden geleverd in de vorm van verscheidene gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. [1]
Uit de gebezigde bewijsmiddelen voortvloeiende feiten en omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang, blijkt dat verdachte geen enkele, laat staan een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de verwezenlijking van het beoogde strafbare feit. Onbekend is of hij een rol speelde bij het bedenken van het plan en of hem een specifieke taak werd toebedeeld bij de uitvoering. Feit is dat verdachte weliswaar voornemens was om mee te doen met de mishandeling, doch daarvan af heeft gezien. Het enkele aanwezig zijn in de auto, die gebruikt werd bij het plegen van een poging tot mishandeling met voorbedachte raad, is onvoldoende om van medeplegen te kunnen spreken. Dit heeft tot gevolg dat verdachte wordt vrijgesproken.

5.Beslissing

Het gerecht:
5.1
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek 4 omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
5.2
heft het bevel tot gevangenhouding op en beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. Y.M. Vanwersch en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 15 september 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.