ECLI:NL:OGEAA:2017:776

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
3 oktober 2017
Publicatiedatum
5 oktober 2017
Zaaknummer
E.J. nr. 66 van 2015 / AUA201500574
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van vaderschap in een civiele procedure

In deze tussenbeschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 3 oktober 2017, wordt het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap behandeld. De verzoekster, aangeduid als de moeder, heeft kosteloos geprocedeerd op basis van een eerdere beschikking van 22 september 2015. De verweerder, aangeduid als de man, is niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij daartoe behoorlijk was opgeroepen. De minderjarige, wiens vaderschap wordt vastgesteld, is vertegenwoordigd door de Voogdijraad in de hoedanigheid van bijzonder curator.

De procedure is voortgezet na eerdere zittingen, waaronder een behandeling op 22 augustus 2017, waar de moeder in persoon aanwezig was met haar gemachtigde, mr. G.L. Griffith. De man heeft niet meegewerkt aan het DNA-onderzoek en heeft zijn verwekkerschap niet ontkend in een eerdere alimentatieprocedure. Het gerecht oordeelt dat het verzoek tot vaststelling van het vaderschap in het belang van de minderjarige is en besluit het verzoek toe te wijzen.

De beschikking stelt vast dat de verweerder de vader is van de minderjarige, met terugwerkende kracht tot de geboorte van het kind. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, en iedere partij draagt zijn eigen kosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad voor de nevenvoorzieningen, vanaf de dag van inschrijving in de registers van de burgerlijke stand. Het meer of anders verzochte wordt afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 3 oktober 2017
Behorend bij E.J. nr. 66 van 2015 / AUA201500574
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
TUSSENBESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
kosteloos procederend conform beschikking van 22 september 2015,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: mr. G.L. Griffith,
tegen
[Verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de man,
niet verschenen.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in hoedanigheid van bijzonder curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit de tussenbeschikking van dit gerecht van 9 februari 2016. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de aantekeningen van de griffier van de voortzetting van de behandeling van 22 augustus 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde. De man is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Voor gerechtelijke vaststelling van het vaderschap is noodzakelijk dat verweerder de verwekker van de minderjarige is. Nu verweerder niet mee heeft gewerkt aan het DNA-onderzoek, alhoewel hij daartoe bij deurwaardersexploot is opgeroepen, noch ter zitting is verschenen om verweer te voeren en hij zijn verwekkerschap niet heeft ontkend in de alimentatieprocedure EJ-673/14, zal het gerecht het verzoek - nu dit in het belang van de minderjarige is - toewijzen.
2.2
Gelet op de aard van de procedure worden de kosten gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
3.1
stelt vast dat [verweerder], geboren op [geboortedatum] 1964 in [geboorteplaats], de vader is van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats];
3.2
bepaalt dat deze vaststelling terugwerkt tot de geboorte van het kind, met dien verstande dat te goeder trouw door derden verkregen rechten daardoor niet worden geschaad en er geen verplichting tot teruggave van vermogensrechtelijke voordelen ontstaat, voor zover degene die hen heeft genoten op de dag van deze beschikking niet was gebaat;
3.3
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.4
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad, voor zover het betreft de nevenvoorzieningen, vanaf de dag van inschrijving van deze beschikking in de registers van de burgerlijke stand;
3.5
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 3 oktober 2017 door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.