ECLI:NL:OGEAA:2017:779
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en proceskostenveroordeling
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen eiseres E* en gedaagde G*. E* heeft een verzoekschrift ingediend waarin zij, na vermindering van eis, vraagt om een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis dat de verdeling van de gemeenschap vaststelt en G* veroordeelt in de proceskosten. G* heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van E*.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de gemeenschap activa en passiva omvat, waaronder de echtelijke woning in Aruba en de hypothecaire schuld daarop. De waarde van de woning is vastgesteld op Afl. 182.000,--. E* heeft voorgesteld dat de woning aan G* wordt toebedeeld, onder verrekening van de helft van de waarde. Dit voorstel is door G* niet bestreden, waardoor het Gerecht heeft besloten de woning aan G* toe te delen en hem te veroordelen tot betaling van Afl. 91.000,-- aan E*.
Daarnaast heeft het Gerecht geoordeeld dat de hypothecaire schuld aan G* moet worden toegedeeld, en dat E* de helft van deze schuld aan G* moet betalen. Ook is de lening bij de CMB Bank, die tijdens het huwelijk is ontstaan, aan E* toegewezen, met een veroordeling van G* om Afl. 10.959,50 aan E* te betalen. Het Gerecht heeft besloten dat de kosten van de procedure tussen partijen worden gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 4 oktober 2017 door mr. A.H.M. van de Leur.