ECLI:NL:OGEAA:2017:793
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag na strafrechtelijke veroordeling
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 oktober 2017 uitspraak gedaan in een klaagschrift van klager, die verzocht om afgifte van een verklaring omtrent zijn gedrag ten behoeve van een aanvraag voor een vervoersvergunning als hulp taxichauffeur. Klager had eerder een verzoek ingediend dat op 24 augustus 2017 door de aangewezen ambtenaar was afgewezen. Klager heeft hiertegen op 31 augustus 2017 een klaagschrift ingediend, waarna de zaak op 11 september 2017 in raadkamer is behandeld.
De aangewezen ambtenaar had de afgifte van de verklaring geweigerd op basis van bezwaren tegen klager, die voortvloeiden uit een onherroepelijke veroordeling van het hof op 28 maart 2016. Klager was veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar voor het opzettelijk invoeren, vervoeren en in bezit hebben van cocaïne en heroïne. Het gerecht heeft overwogen dat, gezien de aard en ernst van het gepleegde strafbare feit en het korte tijdsverloop sinds klager met justitie in aanraking is gekomen, de ambtenaar op goede gronden heeft kunnen stellen dat er bezwaren tegen klager zijn.
Het gerecht heeft geconcludeerd dat de ambtenaar ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Landsverordening justitiële documentatie (Lv VOG) gehouden was om de gevraagde verklaring te weigeren. Klager's argumenten dat hij door de afwijzing een kans misloopt om in zijn bestaan te voorzien, zijn niet voldoende om de beslissing van de ambtenaar te weerleggen. De klacht van klager is dan ook ongegrond verklaard.