In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de kinderen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend tot wijziging van de alimentatiebeschikking van 11 april 2011. De vader, vertegenwoordigd door mr. C.S. Edwards, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De kinderen, die inmiddels meerderjarig zijn, stellen dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die rechtvaardigt dat de alimentatie opnieuw wordt vastgesteld. De vader ontkent echter dat er voldoende draagkracht is om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van de kinderen.
De procedure omvatte meerdere mondelinge behandelingen, waarbij de kinderen en de vader in persoon aanwezig waren. De rechter heeft de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de financiële situatie van de vader en de juridische procedures waarin hij verwikkeld is. De rechter heeft vastgesteld dat de kinderen onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun stelling dat de vader nu wel voldoende draagkrachtig is. Bovendien is de rechtszaak waar de kinderen naar verwijzen nog niet afgerond, wat de beoordeling van hun verzoek verder bemoeilijkt.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzoek van de kinderen afgewezen, met de overweging dat er geen relevante wijziging van omstandigheden is aangetoond. De vader is wel toegelaten om kosteloos te procederen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven op 10 oktober 2017 door rechter mr. A.H.M. van de Leur.