ECLI:NL:OGEAA:2017:796

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
16 oktober 2017
Zaaknummer
EJ nr. 893 van 2017 / AUA201701574
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging alimentatie verzoek afgewezen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de kinderen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend tot wijziging van de alimentatiebeschikking van 11 april 2011. De vader, vertegenwoordigd door mr. C.S. Edwards, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De kinderen, die inmiddels meerderjarig zijn, stellen dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die rechtvaardigt dat de alimentatie opnieuw wordt vastgesteld. De vader ontkent echter dat er voldoende draagkracht is om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van de kinderen.

De procedure omvatte meerdere mondelinge behandelingen, waarbij de kinderen en de vader in persoon aanwezig waren. De rechter heeft de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de financiële situatie van de vader en de juridische procedures waarin hij verwikkeld is. De rechter heeft vastgesteld dat de kinderen onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun stelling dat de vader nu wel voldoende draagkrachtig is. Bovendien is de rechtszaak waar de kinderen naar verwijzen nog niet afgerond, wat de beoordeling van hun verzoek verder bemoeilijkt.

Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzoek van de kinderen afgewezen, met de overweging dat er geen relevante wijziging van omstandigheden is aangetoond. De vader is wel toegelaten om kosteloos te procederen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven op 10 oktober 2017 door rechter mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Beschikking van 10 oktober 2017
behorend bij EJ nr. 893 van 2017 / AUA201701574
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
[naam kind 1],
[naam kind 2],
wonende in Aruba,
VERZOEKERS, hierna: de kinderen,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
en:
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C.S. Edwards.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 2 mei 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 27 juni 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de kinderen bij hun gemachtigde voornoemd en de vader in persoon;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 29 augustus 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de kinderen bij hun gemachtigde voornoemd en de vader in persoon bijgestaan door mr. P.M.E. Mohamed occuperende voor mr. C.S. Edwards.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De thans meerderjarigen [naam kind 1], geboren op [datum] 1995 in Colombia en [naam kind 2], geboren op [datum] 1997 in Aruba, zijn uit het huwelijk tussen de vader en de moeder, mevrouw [naam moeder], geboren.
2.2
Bij beschikking van dit Gerecht van 7 januari 2010 (EJ-2968/2009) is de echtscheiding tussen de partijen uitgesproken. Bij beschikking van dit Gerecht van 11 april 2011 (EJ-2968/2009) is de alimentatie ten behoeve van de kinderen vastgesteld op nihil, omdat de vader geen inkomen had.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt tot wijziging van de beschikking van 11 april 2011 in die zin dat het door de vader te betalen bedrag aan de kinderen zal worden vastgesteld op een bedrag van Afl. 27.125,- ten behoeve van [naam kind 1] en een bedrag van Afl. 6.750,- ten behoeve van [naam kind 2] voor het jaar 2015 en een bedrag van Afl. 17.127,03 ten behoeve van [naam kind 1] en een bedrag van Afl. 2.554,05,- ten behoeve van [naam kind 2] voor het jaar 2016 met veroordeling van de vader in de kosten van het geding.
3.2
De vader voert verweer en verzoekt tevens om hem toestemming te verlenen om kosteloos te mogen procederen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge die bepaling kan – voor zover hier van belang – een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen. Er is sprake van wijziging van omstandigheden in de zin van art 1:401 BW wanneer het gaat om een ten tijde van de uitspraak waarvan wijziging wordt verzocht nog toekomstige omstandigheid waarmee in die uitspraak nog geen rekening is gehouden. Het moet gaan om een relevante wijziging van omstandigheden die zich nadien, dat wil zeggen na de uitspraak waarvan wijziging wordt verzocht, heeft voorgedaan.
4.2
De kinderen voeren aan dat er sprake is van dergelijke wijzigingen van omstandigheden. Daartoe wordt aangevoerd dat de vader thans wel voldoende draagkrachtig is om bij te dragen in de kosten van verzorging en levensonderhoud van zijn jongmeerderjarige kinderen, omdat hij verwikkeld is in een gerechtelijke procedure (AR-1991/2015) waarin hij verkoop van de echtelijke woning vordert alsmede een gebruiksvergoeding van de moeder en daardoor voldoende vermogensbestanddelen heeft ofwel zal hebben.
4.3
De vader heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft verzocht om het verzoek van de kinderen af te wijzen. Volgens de vader is er op dit moment geen sprake van bedoelde wijziging van omstandigheden. De vader ontkent dat hij een gebruiksvergoeding van de moeder ontvangt en dat de echtelijke woning is verkocht.
4.4
Ter beoordeling ligt voor de vraag of zich een relevante wijziging van omstandigheden heeft voorgedaan in de zin van artikel 1:401 lid 1 BWA die een hernieuwde beoordeling van de behoefte en de draagkracht rechtvaardigt.
4.5
In het licht van het door de vader gevoerde verweer hebben de kinderen hun stelling, dat de vader thans wel voldoende draagkrachtig is om bij te dragen in de kosten van hun levensonderhoud, niet of onvoldoende onderbouwd. De rechtszaak waarop de kinderen zich beroepen is nog niet afgewikkeld. Dat brengt met zich dat niet vast komt te staan noch aannemelijk wordt geoordeeld dat sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden in de zin van artikel 1:401 lid 1 BW. Het Gerecht zal het verzoek reeds daarom afwijzen. Daar komt nog het volgende bij.
4.6
De kinderen hebben ter zitting verklaard dat zij een eventuele toewijzende beschikking zullen executeren, eerst zodra de vader liquide middelen heeft verkregen. Uit die verklaring volgt dat de kinderen thans geen rechtens te respecteren belang hebben bij toewijzing van hun vordering. Ook op die grond zal het verzoek van de kinderen worden afgewezen.
4.7
Gelet op het door de vader overgelegde bewijs van onvermogen van 28 augustus 2017, zal aan hem toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
4.8
Het Gerecht ziet in de aard van het verzoek en de relatie van partijen tot elkaar aanleiding om de kosten van deze procedure te compenseren, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verleent de vader toelating om kosteloos te procederen;
- wijst het verzoek af;
- compenseert de proceskosten van de procedure, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, ter zitting van 10 oktober 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.