ECLI:NL:OGEAA:2017:803

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
16 oktober 2017
Zaaknummer
EJ. nr. 1251 van 2017 / AUA201701765
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ouderlijk gezag na overlijden van de moeder

In deze zaak heeft de vader, verzoeker, een verzoek ingediend om met het ouderlijk gezag over zijn minderjarige kind belast te worden, na het overlijden van de moeder. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 juni 2017 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 augustus 2017 was de vader aanwezig. De minderjarige, geboren in 2000, is het kind van de vader en de wijlen moeder, die op [datum] 2016 is overleden. De moeder had van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uitgeoefend.

De rechter heeft de relevante wetgeving, artikel 1:253g BWA, in overweging genomen, die bepaalt dat de rechter in eerste aanleg de overlevende ouder met het gezag kan belasten indien de andere ouder is overleden. De rechter kan dit verzoek alleen afwijzen als er gegronde vrees bestaat dat de belangen van de kinderen verwaarloosd worden. Na het horen van de Voogdijraad, concludeerde het Gerecht dat er geen gegronde vrees bestond voor de belangen van de minderjarige.

Daarom heeft het Gerecht besloten om het verzoek van de vader toe te wijzen en hem met ingang van de datum van de beschikking, 10 oktober 2017, met het gezag over de minderjarige te belasten. Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 10 oktober 2017
behorend bij EJ. nr. 1251 van 2017 / AUA201701765
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek (ex artikel 1:253g BW) van:
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], hierna: de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 16 juni 2017;
- de griffiersaantekeningen van het minderjarigenverhoor van 28 augustus 2017;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 29 augustus 2017, waaruit blijkt dat de vader is verschenen.
De

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige, geboren op [datum] 2000 in Aruba is het kind van wijlen [naam moeder] (hierna: wijlen de moeder) en de vader. De vader heeft de minderjarige op 20 november 2000 erkend.
2.2
Wijlen de moeder oefende van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uit. Zij is op [datum] 2016 in Aruba overleden.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe, naar het Gerecht begrijpt, om de vader met het ouderlijk gezag over de minderjarige te belasten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:253g lid 1 BWA bepaalt de rechter in eerste aanleg, indien van de ouders diegene overlijdt die het gezag over de kinderen alleen uitoefent, dat de overlevende ouder of een derde met het gezag over deze kinderen wordt belast. Ingevolge het tweede lid doet de rechter dit op verzoek van de Voogdijraad, de overlevende ouder of ambtshalve.
Ingevolge het derde lid wijst de rechter het verzoek om de overlevende ouder met het gezag te belasten slechts af, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van de kinderen zouden worden verwaarloosd.
4.2
Het Gerecht is, gehoord de Voogdijraad, van oordeel dat er geen gegronde vrees bestaat dat bij belasting van de vader met het gezag de belangen van de minderjarige zouden worden verwaarloosd. Het Gerecht zal het verzoek dan ook toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-belast [naam vader] met ingang van heden met het gezag over de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [datum] 2000 in Aruba.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, ter terechtzitting van dinsdag 10 oktober 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.