ECLI:NL:OGEAA:2017:803
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ouderlijk gezag na overlijden van de moeder
In deze zaak heeft de vader, verzoeker, een verzoek ingediend om met het ouderlijk gezag over zijn minderjarige kind belast te worden, na het overlijden van de moeder. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 16 juni 2017 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 augustus 2017 was de vader aanwezig. De minderjarige, geboren in 2000, is het kind van de vader en de wijlen moeder, die op [datum] 2016 is overleden. De moeder had van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uitgeoefend.
De rechter heeft de relevante wetgeving, artikel 1:253g BWA, in overweging genomen, die bepaalt dat de rechter in eerste aanleg de overlevende ouder met het gezag kan belasten indien de andere ouder is overleden. De rechter kan dit verzoek alleen afwijzen als er gegronde vrees bestaat dat de belangen van de kinderen verwaarloosd worden. Na het horen van de Voogdijraad, concludeerde het Gerecht dat er geen gegronde vrees bestond voor de belangen van de minderjarige.
Daarom heeft het Gerecht besloten om het verzoek van de vader toe te wijzen en hem met ingang van de datum van de beschikking, 10 oktober 2017, met het gezag over de minderjarige te belasten. Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.