ECLI:NL:OGEAA:2017:824

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2017
Publicatiedatum
23 oktober 2017
Zaaknummer
K.G. 2042 van 2017 / AUA201702422
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een woning en betaling van huurachterstand

In deze zaak heeft [Eiseres] een kort geding aangespannen tegen [Gedaagde] met betrekking tot de ontruiming van een woning in Aruba en de betaling van huurachterstand. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 21 september 2017 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2017 was [Eiseres] aanwezig, maar [Gedaagde] was niet verschenen, ondanks dat hij deugdelijk was opgeroepen. Hierdoor werd verstek verleend tegen [Gedaagde].

De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen hadden een huurovereenkomst voor een woning tegen een huurprijs van Afl. 850,- per maand. [Gedaagde] was in gebreke gebleven met het betalen van de huur, met een achterstand van Afl. 2.400,- op het moment van indiening van het verzoekschrift. [Eiseres] had [Gedaagde] meerdere keren aangemaand om de huur te betalen en de woning te ontruimen, maar zonder resultaat.

In de beoordeling van de zaak oordeelde de rechter dat de vordering van [Eiseres] toewijsbaar was, aangezien deze niet door [Gedaagde] was weersproken. [Gedaagde] werd veroordeeld om de woning binnen drie maanden na betekening van het vonnis te ontruimen en een dwangsom van Afl. 500,- per dag te betalen indien hij hieraan niet voldeed. Daarnaast werd [Gedaagde] veroordeeld om Afl. 2.400,- aan achterstallige huur te betalen, evenals de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 18 oktober 2017
Behorend bij K.G. 2042 van 2017 / AUA201702422
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiseres],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiseres],
procederend in persoon,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 21 september 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 6 oktober 2017, alwaar zijn verschenen [Eiseres] in persoon en de echtgenote van [Gedaagde]. Hoewel deugdelijk opgeroepen is [Gedaagde] niet ter zitting verschenen. Tegen [Gedaagde] is daarom verstek verleend. [Eiseres] heeft gepersisteerd in het door haar gestelde en verzochte.
1.2
Aan [Eiseres] en aan de echtgenote van [Gedaagde] is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn een huurovereenkomst overeengekomen met betrekking tot de woning gelegen te [XX] in Aruba (hierna: het gehuurde) tegen een huurprijs van Afl. 850,- per maand.
2.2
[Gedaagde] is in gebreke gebleven de huurpenningen (tijdig) te betalen.
2.3
[Eiseres] heeft [Gedaagde] meerdere malen benaderd en aangemaand het gehuurde te ontruimen en de huurachterstand te betalen, doch zonder resultaat. Bij deurwaardersexploot van 7 juni 2017 is [Gedaagde] gesommeerd
2.5
[Gedaagde] had een huurachterstand die tot de indieningsdatum van het verzoekschrift Afl. 2.400,- bedroeg.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
[Eiseres] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. [Gedaagde] beveelt de in Aruba te [XX] gelegen woning onmiddellijk na betekening van het vonnis, te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze laatste niet het eigendom van [Eiseres] zijn, en die woning onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [Eiseres], en voor zover nodig [Eiseres] te machtigen om de ontruiming van de woning zelf en desnoods met behulp van de sterke arm te doen bewerkstelligen,
b. bepaalt dat [Gedaagde] ten behoeve van [Eiseres] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,- voor elke dag of deel daarvan dat hij dat ontruimingsbevel niet nakomt;
c. [Gedaagde] veroordeelt om bij wijze van voorschot aan [Eiseres] te betalen Afl. 2.400,- aan achterstallige huur plus de kosten en met de wettelijke rente berekend vanaf 15 juni 2017 tot de dag der algehele voldoening, voorts met elke maand dat gedaagde in gebreke blijft;
d. [Gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2
[Eiseres] grondt de vordering erop dat [Gedaagde] toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst.
3.3
[Gedaagde] is niet ter zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd. Zijn echtgenote heeft ter zitting aangevoerd dat zij, samen met haar zoon en moeder, in het gehuurde verblijft.

4.DE BEOORDELING

4.1
[Gedaagde] is, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen. Tegen hem is verstek verleend.
4.2
De vordering is, nu deze niet door [Gedaagde] is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, toewijsbaar in na te noemen zin, met dien verstande dat [Gedaagde] (althans zijn echtgenote, het kind van zijn echtgenote en de moeder van zijn echtgenote) een termijn van drie maanden na betekening van dit vonnis zal worden gegund om de woning te ontruimen.
4.3
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat [Eiseres] de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. [Eiseres] heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagde niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft [Eiseres] dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan [Gedaagde] wordt betekend, en dat aan [Gedaagde] overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien [Gedaagde] medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft [Eiseres] geen belang bij de verzochte machtiging.
4.4
[Gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [Eiseres] tot op heden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht en Afl. 224,60 aan deurwaarderskosten.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt [Gedaagde] om de woning gelegen te [XX] binnen drie (3) maanden na de betekening van dit vonnis te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze laatste niet het eigendom zijn van [Eiseres], en die woning onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [Eiseres],
bepaalt dat [Gedaagde] ten behoeve van [Eiseres] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor elke dag of deel daarvan dat hij voormeld ontruimingsbevel niet nakomt;
veroordeelt [Gedaagde] om bij wijze van voorschot aan [Eiseres] te betalen Afl. 2.400,- aan achterstallige huur;
veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [Eiseres] worden begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 224,60 aan explootkosten;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen. rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 18 oktober 2017 in aanwezigheid van de griffier.